Engels: Food

Food
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Food

Slide 1 - Diapositive

Welke woorden ken je nog die te maken hebben met eten (in het Engels)?

Slide 2 - Carte mentale

Welke woorden die met eten te maken, zijn in het Nederlands hetzelfde als in het Engels?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Hoe noem je het fruit die je op het vorige plaatje zag (in het Engels)?
A
Ananes
B
Ananas
C
Pineapple
D
Applepine

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Hoe noem je de groente die je hiervoor zag (in het Engels)?
A
Wortel
B
Orange
C
Carrot
D
Cabbage

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Hoe noem je het fruit dat je op de foto zag (in het Engels)?
A
Grapes
B
Grapefruit
C
Druifs
D
Cranberry

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

How do you say it? 
When you like something and when you do not like something

Slide 11 - Diapositive

Vraag
Do you like ...? 


Slide 12 - Diapositive

Antwoord 
1. Yes, I do like ...
2. No, I do not like ... 

Slide 13 - Diapositive

Oefenen
1. Hello Sir (man)/Madam (vrouw)
2. Hello Sir / Madam
1. Do you like ...?
2. Yes, I do like .../ No, I do not like ... 
1. Thank you for your answer. Goodbye.
2. Goodbye

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive