5.6 Nieuwe planten (Explora)

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo, havo
• Leerjaar 1

5.6 Nieuwe planten

Mens en Natuur

Explora module 5 De dierentuin

Montessori College Arnhem

Leerjaar 1

Wat weet je nog van de vorige les?

Kennistest

Er volgen nu drie vragen om de voorkennis van de leerling te testen.

Welke organen heeft een plant?

1. een wortel en een stengel
2. Een wortel
3. Een stengel
4. bloem, stengel en wortel

Celwand

Celmembraan

Bladgroenkorrel

Cytoplasma

Celkern

Vacuole

Opwaartse sapstroom vindt plaats in de...

1. Houtvaten
2. Bastvaten

Uitleg 5.6 Nieuwe planten

• Onderdelen en taken bloem
• Bestuiving en bevruchting
• Verspreiding van zaden

Wat is de belangrijkste functie van de bloem?

1. Voortplanting
2. Dat ze mooi zijn
3. Geeft kleur in de natuur
4. Insecten lokken met geur

Introductievraag.

Onderdelen van de bloem

De bloemonderdelen

Taak 

onderdelen

helmknop

stuifmeelkorrels

stempel

deel van stamper

opvangen stuifmeelkorrels

vruchtbeginsel

bevat zaadbeginsels met eicellen

Bepaal zelf de volgorde waarin je de teksten wilt presenteren.

Bestuiving

We gebruiken de definitie: er is sprake van succesvolle bestuiving wanneer stuifmeel van dezelfde soort bloem/plant overgebracht wordt.

Verschil insectenbloem en windbloem

De kleine afbeelding laat enkele typen stuifmeel zien. Deze afbeelding is tijdens de presentatie te verplaatsen en te zoomen.

Bevruchting #1

• In het vruchtbeginsel bevinden zich 1 of meerdere zaadbeginsels.
• In een zaadbeginsel ontstaat één eicel (vrouwelijke geslachtcel). 
• In iedere eicel zit een kern.

Bevruchting #2

• Twee celkernen zakken naar beneden  en komen in het zaadbeginsel. 
• Een van de celkernen versmelt met de eicel. 
• Deze eicel is bevrucht. 

• Van bloem ...
  

• ...tot vrucht en zaad
  

De bloem bloeit en is op z'n mooist. Insekten worden gelokt door de geur en de kleur. Als ze de bloem bezoeken om nectar te zoeken brengen ze stuifmeelkorrels over van de meeldraden naar de stempel van de stamper

1

De bestuiving en bevruchting zijn achter de rug en de eicellen zijn bevrucht. 

De kroonbladeren en meeldraden hebben geen functie meer. 

Ze verwelken en vallen af

2

De zaadbeginselen ontwikkelen zich tot zaden (de pitten) waaruit een nieuwe plant kan groeien. Het vruchtbeginsel groeit en vormt vruchtvlees dat gegeten wordt door dieren. Als de dieren de zaden opeten worden die later weer uitgepoept. 

3

Deze slide bestaat uit twee lagen.

Eerst uitleg over de vorming van zaden en een vrucht (appel).

De tweede laag laat de vorming van een peul zien zodat het voorgaande nog eens herhaald kan worden.

Samenvatting

• Bevruchte eicel -> kiem (nieuwe plant)
• Zaadbeginsel -> zaad
• Vruchtbeginsel -> vrucht
  

Een paardenbloem is een ...

1. Windbloem
2. Insectenbloem

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?

1. wel bestuiving, geen bevruchting
2. zowel bestuiving als bevruchting
3. wel bevruchting, geen bestuiving
4. geen bestuiving, geen bevruchting

Verspreiding zaden

Tweejarige plant

In het eerste jaar:

• Ontkiemen
• Groeien

In het tweede jaar:

• Bloeien
• Zaden vormen/vermeerderen
• Afsterven

Kennistest 2

Er volgen nu drie vragen om de voorkennis van de leerling te testen.

Sleep naar de goede plaats

Stempel

Bloem bodem

Stijl

Vrucht beginsel

Eicel

Zaad beginsel

Bij welke pijl
is er sprake
van bestuiving?

1. pijl a
2. pijl b
3. pijl c
4. geen van de pijlen

Wat vond je van deze les?

1. 👍
2. 👎
3. 😕

Weektaak

Je bestudeerd de video's in deze bouwsteen en in het leesboek hoofdstuk 5.6.

Je maakt opdrachten 1 t/m 21 van hoofdstuk 5.6 uit het werkboek (blz. 51 t/m 55)