Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
Éléments de cette leçon
Voortplanting bij dieren
Slide 1 - Diapositive
Geslachtelijke voortplanting
Bij geslachtelijke voortplanting versmelt de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel. Bij zaadplanten zijn dat de kern van een stuifmeelkorrel en de kern van een eicel.
Slide 2 - Diapositive
De helft van de chromosomen in de bevruchte eicel komt van de moederplant en de helft van de vaderplant.
Bij geslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen niet precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders.
Slide 3 - Diapositive
Geslachtelijke voortplanting bij dieren
Bij (alle) dieren vindt geslachtelijke voortplanting plaats. De mannelijke geslachtscel bij dieren heet een zaadcel. De vrouwelijke geslachtscel bij dieren heet een eicel.
Uit een bevruchte eicel kan door celdeling een nieuw dier groeien. De nakomelingen hebben dan niet precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Uitwendige bevruchting
Bij dieren die hun eieren in het water leggen, kan de bevruchting in het water plaatsvinden (buiten het lichaam). Bevruchting buiten het lichaam noem je uitwendige bevruchting.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Uitwendige bevruchting bij kikkers
Bij kikkers zit het mannetje tijdens de paring boven op het vrouwtje
Het mannetje geeft zaadcellen af net op het moment dat het vrouwtje eicellen afzet. De bevruchting vindt plaats in het water. Het mannetje kan wel enkele dagen op het vrouwtje blijven zitten.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Vidéo
Inwendige bevruchting
Bij insecten vindt de bevruchting meestal plaats in het lichaam van het vrouwtje. Dit noem je inwendige bevruchting. Na de bevruchting zet het vrouwelijke insect eitjes af. In de eitjes ontwikkelen zich larven. Ook bij vogels en zoogdieren vindt de bevruchting plaats in het lichaam van het vrouwtje.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Slide 13 - Vidéo
De eicel van een tomaat heeft 6 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft een bevruchte eicel van een tomaat?
A
0
B
3
C
6
D
12
Slide 14 - Quiz
De cellen van een Russische paardenbloem hebben 32 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft een bevruchte eicel van een Russische paardenbloem?
A
8
B
16
C
32
D
64
Slide 15 - Quiz
Vrouwtjes vissen zetten eitjes af. Vervolgens bevrucht een mannetjes vis deze eitjes. Wat voor een soort voortplanting is dit?
A
ongeslachtelijke voortplanting
B
geslachtelijke voortplanting
C
ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting
Slide 16 - Quiz
Bij welke soorten vindt geslachtelijke voortplanting plaats? ( meerdere mogelijk)
A
aardbei
B
hond
C
kikker
D
tulp
Slide 17 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van geslachtelijke voortplanting?
A
uitwendige bevruchting
B
bestuiving van planten
C
bevruchting van een plant
D
voortplanting van vogels
Slide 18 - Quiz
Hoe heet de mannelijke geslachtscel bij dieren?
A
chromosoom
B
eicel
C
stuifmeelkorrel
D
zaadcel
Slide 19 - Quiz
Bij veel insecten vindt inwendige bevruchting plaats. Wat voor een soort voortplanting is dit?
A
ongeslachtelijke voortplanting
B
geslachtelijke voortplanting
C
ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting
Slide 20 - Quiz
Bij welke soort vindt uitwendige bevruchting plaats?