Herhalingsles (semester 1)

Napoleon wil over heel Europa regeren
  • Waarom?
     -  Ideeën van de Franse Revolutie verspreiden
    -  Machts- en gebiedsuitbreiding
  • Hoe?
     Door oorlogen te voeren
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisSecundair onderwijs

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Napoleon wil over heel Europa regeren
  • Waarom?
     -  Ideeën van de Franse Revolutie verspreiden
    -  Machts- en gebiedsuitbreiding
  • Hoe?
     Door oorlogen te voeren

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

De legers van Napoleon werden definitief verslagen in
A
Leipzig
B
Dresden
C
Waterloo
D
Trafalgar

Slide 4 - Quiz

Het belangrijkste doel van het Congres van Wenen was?
A
Napoleon verslaan
B
Het verdelen van terugveroverde gebieden
C
Zorgen voor een stabiele orde in Europa
D
Installeren van democratieën in Europa

Slide 5 - Quiz

Waar hield het Congres van Wenen geen rekening mee?
A
Met de tsaar in Rusland
B
Met ontsnappingsmogelijkheden van Napoleon
C
Met imperialistische motieven
D
Met opkomend liberalisme en nationalisme

Slide 6 - Quiz

Wat vindt iemand die conservatief is?
A
Alles moet veranderen.
B
Alles moet behouden blijven.

Slide 7 - Quiz

Sleepopdracht
Conservatisme
Liberalisme
Focus op traditie
Weinig tot geen verandering
Vrijheid belangrijk
Iedereen heeft bepaalde rechten

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

Ieder mens mag voor zichzelf bepalen welk geloof hij heeft.
A
Liberalisme
B
Nationalisme
C
Conservatisme

Slide 10 - Quiz

De koning heeft de macht gekregen van God.
A
Liberalisme
B
Nationalisme
C
Conservatisme

Slide 11 - Quiz

Er mogen geen standen meer bestaan.
A
Liberalisme
B
Nationalisme
C
Conservatisme

Slide 12 - Quiz

Het volk is niet in staat om politieke beslissingen te nemen.
A
Liberalisme
B
Nationalisme
C
Conservatisme

Slide 13 - Quiz

De dienstplicht moet ingevoerd worden. De burger moet zijn land verdedigen.
A
Liberalisme
B
Nationalisme
C
Conservatisme

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Hoe ziet België er na het Congres van Wenen uit?
A
België is onderdeel van Frankrijk
B
Zoals België er vandaag de dag uitziet
C
België maakt deel uit van het VKN
D
België is onderdeel van Pruisen

Slide 17 - Quiz

De Belgische onafhankelijkheid

Slide 18 - Diapositive

1815 (Congres van Wenen): oprichting van de bufferstaat 'het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden'
Waarom waren de Zuidelijke Nederlanden niet tevreden?

Slide 19 - Question ouverte

Tekst
In de tekstballonnen zie je wat inwoners van de zuidelijke Nederlanden te zeggen hadden over Willem I. Verbind de uitspraak (sleep) met de groep die deze mening had. Meerdere combinaties zijn mogelijk.

Adel
Geestelijkheid
Gewone volk
Industriëlen
"Naar het schijnt zou de koning ondertussen bijna 200 miljoen gulden hebben, terwijl wij steeds armer worden!"
"Dankzij de kanalenkoning kunnen de grotere schepen onze streken tenminste bereiken!"
"Willem I moeit zich niet alleen met de opleiding van de katholieke priesters, ook maakt hij van onze scholen Rijksscholen."
"Mais enfin, nu moeten wij ook Nederlands spreken, de taal van de keukentafel en de melkkruk."
"Straks zijn we ons werk kwijt door al die machines!"

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is geen aanleiding tot de Belgische opstand?
A
economische crisis
B
heimwee naar Napoleon
C
'De Stomme van Portici'
D
misoogsten

Slide 21 - Quiz

Rusland greep niet in door een eigen opstand en het VK wilde niet opnieuw in een oorlog verzeild geraken, maar waardoor kon België op de Franse sympathie rekenen?

Slide 22 - Question ouverte

Conferentie van Londen (1831)
2 voorwaarden
1. België moest neutraal zijn
2. België moest een koning krijgen.

Slide 23 - Diapositive

Waarom stelden de grootmachten de 'monarchie' als voorwaarde?

Slide 24 - Question ouverte

Wie wordt de eerste Belgische koning?

Slide 25 - Carte mentale

Welke gebeurtenis vieren we op onze nationale feestdag, 21 juli ?
A
De start van de Belgische Revolutie.
B
De officiële scheiding van Nederland en België.
C
De eedaflegging van Leopold I.
D
De Guldensporenslag.

Slide 26 - Quiz

De Belgische grondwet was een van de meest liberale en vooruitstrevende van zijn tijd.
Welke liberale kenmerken/principes vinden we erin terug?

Slide 27 - Question ouverte