Spijsvertering deel 1
1 / 18
La durée de la leçon est: 8 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waar start de spijsvertering?
A
Mond
B
Maag
C
Dunne darm
D
Dikke darm
Slide 2 - Quiz
Bij volwassenen bestaat het gebit uit ..... gebitselementen
A
16
B
24
C
32
D
46
Slide 3 - Quiz
Zet de onderdelen van de spijsvertering in de goed volgorde.
mond
slokdarm
maag
dunne darm
dikke darm
Keelholte
anus
Slide 4 - Question de remorquage
Korte herhaling spijsvertering
Slokdarm
Dikke darm
Maag
Dunne darm
Anus
Slide 5 - Question de remorquage
Wat is slokdarmsfincter?
A
Een ernstige aandoening van de slokdarm
B
Een spier tussen de maag en slokdarm
C
Een voorstadium van slokdarmkanker
D
Dit ontstaat na drinken van te hete dranken
Slide 6 - Quiz
Wat is de Latijnse benaming van je slokdarm?
A
Ileum
B
Gaster
C
Oesophagus
D
Hepar
Slide 7 - Quiz
De slokdarm mondt uit in de maag
A
Boven het middenrif
B
Naast het middenrif
C
Onder het middenrif
D
Ter hoogte van het middenrif
Slide 8 - Quiz
Een ander woord voor gaster is:
A
dikke darm
B
maag
C
lever
D
alvleesklier
Slide 9 - Quiz
De gaster heeft een aantal functies. Welke functie is GEEN functie van de gaster?
A
Afbreken van vetten met behulp van gal
B
Afscheiden van verteringssap
C
Productie van intrinsieke factor
D
Transport van voeding naar de twaalvingerige darm
Slide 10 - Quiz
Hepar
Pancreas
Gaster
Oesophagus
Slide 11 - Question de remorquage
Gaster
Colon
1
2
3
Ileum
Duodenum
Jejunum
Slide 12 - Question de remorquage
De ondertong speekselklier is nummer
A
1
B
5
C
6
Slide 13 - Quiz
De onderkaak speekselklier is nummer
A
1
B
5
C
6
Slide 14 - Quiz
De oor speekselklier is nummer
A
1
B
5
C
6
Slide 15 - Quiz
Zweetklieren en speekselklieren zijn voorbeelden van ...
A
exocriene klieren
B
endocriene klieren
Slide 16 - Quiz
Bij vertering heb je enzymen nodig. Wat is een enzym?
Slide 17 - Question ouverte
Waaruit bestaat speeksel?
A
Enzymen, slijm en water
B
Water en enzymen
C
Slijm en water
