Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Hoofdstuk 2 paragraaf 2 deel a
Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je boek + pen en rekenmachine.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je boek + pen en rekenmachine.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
Slide 1 - Diapositive
Economie
Economie
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen?
1. Welkom woordje
2. Terugblik op de vorige lessen
3. Uitleg hoofdstuk 2 paragraaf 2 deel a
begrippen
6. Afsluiting
Slide 3 - Diapositive
Lesdoelen
1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
2. Ik weet wat het onderwerp van par 2 is.
3. Ik weet wat het huiswerk is.
4. Ik weet wat ik moet doen als ik vragen heb.
Slide 4 - Diapositive
Inloggen in Lessonup
Lesson up
Google Classroom
Slide 5 - Diapositive
Terugblik vorige les paragraaf 1
Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil.
Je kunt een nieuw saldo berekenen.
Je weet op welke manieren je met geld kunt betalen.
Kader Je weet welke twee soorten geld er zijn.
Slide 6 - Diapositive
Heb je hier te maken met directe ruil of indirecte ruil?
Je ruilt met je vriend een dvd voor een computergame.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 7 - Quiz
Welk soort geld herken je?
1. Sofie betaalt bij de kassa van de AH met haar pinpas.
2. Sem betaalt bij de kassa van de AH met een biljet van € 20
A
Beide chartaal
B
Beide giraal
C
1= chartaal 2= giraal
D
1= giraal 2= chartaal
Slide 8 - Quiz
Wat is geen manier van elektronisch betalen?
A
pinnen
B
contant
C
internetbankieren
D
contactdoos betalen
Slide 9 - Quiz
Je weet welke redenen je kunt hebben om te sparen.
Je weet wat rente is.
Je kunt rente berekenen die je op een spaarrekening ontvangt.
Je weet wat de geldfuncties zijn.
Kader Je weet wat de geldfuncties zijn.
Je hebt paragraaf 2.2 goed begrepen
Slide 10 - Diapositive
Wat zien we hier?
Slide 11 - Diapositive
Spaarmotieven
Er zijn verschillende redenen om te sparen. Een reden om te sparen noem je een
spaarmotief
.
Slide 12 - Diapositive
Waarvoor kan je sparen?
Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor rente
Slide 13 - Diapositive
Wat is geen spaarmotief?
A
Voorzorg
B
Doel
C
Vakantie
D
Rente
Slide 14 - Quiz
Sarah spaart om een scooter over twee jaar te kunnen kopen. Haar spaarmotief is
A
Sparen met een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor rente
D
Sparen voor behoefte
Slide 15 - Quiz
Maakwerk
timer
5:00
Wat ga je doen
Opdrachten paragraaf 2.2
opdr 18 t/m 21
bladzijde 58, 59
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.
Praten mag maar fluisterend
Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar?
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP!
Het stoplicht.
Slide 16 - Diapositive
Waarom bij een bank sparen?
Slide 17 - Diapositive
Wat levert sparen op?
Slide 18 - Diapositive
Beloning
voor het sparen
Als je geld op een spaarrekening zet, krijg je
rente.
Rente
= een vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaargeld.
Slide 19 - Diapositive
Als je bij de bank spaart krijg je rente. Wat is rente?
A
Salaris als je bij de bank werkt
B
Een beloning van de bank voor het uitlenen van jouw geld
C
Een schuld die je aan de bank hebt
D
Een schuld die de bank heeft
Slide 20 - Quiz
Maakwerk
timer
5:00
Wat ga je doen
Opdrachten paragraaf 2.2
opdr 22 t/m 24
bladzijde 59 en 60
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.
Praten mag maar fluisterend
Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar?
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP!
Het stoplicht.
Slide 21 - Diapositive
Hoe gebruik jij geld?
Slide 22 - Diapositive
Geldfuncties
Slide 23 - Diapositive
Wat zijn de drie geldfuncties?
A
ruilmiddel, verkoopmiddel en spaarmiddel
B
verkoopmiddel, uitgeefmiddel en spaarmiddel
C
ruilmiddel, rekenmiddel en spaarmiddel
D
spaarmiddel, bewaarmiddel en betalingsmiddel
Slide 24 - Quiz
Welke van de 3 geldfuncties herken je in het onderstaande voorbeeld?
Yara koopt voor € 80 een tweedehands fiets.
A
Rekenmiddel
B
spaarmiddel
C
Ruilmiddel
Slide 25 - Quiz
Maakwerk
timer
10:00
Wat ga je doen
Opdrachten paragraaf 2.2
opdr 28 t/m 32
bladzijde 61, 62
Hoe ga je dit maken?
Alleen werken.
Praten mag maar fluisterend
Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar?
Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP!
Het stoplicht.
Slide 26 - Diapositive
Afsluiting
Slide 27 - Diapositive
Lesdoelen
1. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
2. Ik weet wat het onderwerp van par 2 is.
3. Ik weet wat het huiswerk is.
4. Ik weet wat ik moet doen als ik vragen heb.
Slide 28 - Diapositive
Hoe goed ging het maken van de opdrachten
A
goed
B
voldoende
C
matig
D
slecht
Slide 29 - Quiz
Wat moet je voor volgende les meenemen en maken?
Slide 30 - Question ouverte
Geef aan hoe leuk je de les vond.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 31 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
3.2 Wat levert sparen op?
Octobre 2018
- Leçon avec
46 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Leerjaar 4 Economie hst 2 les 3 nieuw
Octobre 2020
- Leçon avec
10 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
3.2 Wat levert sparen op?
Septembre 2018
- Leçon avec
40 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Hoofdstuk 2 paragraaf 2 deel b
Novembre 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
2.2 Sparen of beleggen?
Août 2018
- Leçon avec
44 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
2.2 Waarom zou je sparen?
Octobre 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
2.2 Sparen of beleggen?
Août 2018
- Leçon avec
50 diapositives
par
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
2 mavo, paragraaf 2.2
Novembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives