Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Truman verkondigde in Potsdam zijn doctrine, waarvan het Marshallplan deel uitmaakte
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Om een dam op te werpen tegen de communistische expansie stimuleerden Amerikanen de Europese eenwording en blokkeerden ze de toegang tot Oost-Berlijn
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Na de voorwaardelijke overgave was Duitsland politiek en sociaal ontwricht, maar economisch nog vrijwel intact
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Een grote stroom terugkerende soldaten, slachtoffers van het naziregime en heimatvertriebenen door verschuivingen van de landsgrenzen, kwam na de oorlog opgang.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Waarom wordt over de heimatvertriebene relatief weinig gesproken?
A
Omdat het na de oorlog gebeurde en niet relevant voor de Duitse samenleving
B
Omdat de geallieerden liever niet praten over hun oorlogsmisdaden tegen de Duitsers.
C
Omdat het toch hun land niet was waaruit ze werden verjaagd.
D
Omdat er discussie is over of het wel feitelijk is gebeurd
Slide 8 - Quiz
Zoals afgesproken verdeelden de geallieerden Duitsland en Berlijn in vier bezettingszones
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Door verschil in opvatting over de opbouw van naoorlogs Europa en het bewaren van de vrede tussen de SU en de westerse geallieerden ontstond de Koude Oorlog
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Volksdemocratieën waren:
A
Alle landen waarin na de oorlog de dictatuur werd vervangen door echte democratieën
B
De democratieën in de West en Oostblok landen
C
De landen in het westen waar het volk door middel van democratie het land bestuurde
D
De politieke macht ligt bij de werkende klasse, die daarbij wordt geleid door de communistische of socialistische partij.
Slide 11 - Quiz
Wat hadden de Trumandoctrine en het Marshallplan met elkaar te maken?
A
Weinig, de Trumandoctrine was om het communisme te bestrijden
B
Veel, wat de Trumandoctrine en het Marshallplan waren allebei Russische plannen.
C
Veel, Het Marshallplan was een onderdeel van de Trumandoctrine
D
Weinig, het Marschallplan was een economisch reddingsplan voor Europa
Slide 12 - Quiz
1919
1929
1933
1938
1939
mei 1945
1948
Beurkrach
Duitse overgave
Inval Polen
Verdrag van Versailles
Conferentie van München
Blokkade van Berlijn
Hitler benoemt tot Rijkskanselier
Slide 13 - Question de remorquage
1949
BRD
Onder invloed van de VS, kapitalistisch en democratisch
Parlementaire democratie
DDR
Onder invloed van de SU, communistische dictatuur
Volksdemocratie
Slide 14 - Diapositive
Wat is de volledig naam van de BRD?
Slide 15 - Question ouverte
BRD
Parlementaire democratie
Gekozen bondskanselier (= regeringsleider)
Volksvertegenwoordigers zaten in de Bondsdag (= parlement)
Nazi-partij werd verboden + kiesdrempel
Slide 16 - Diapositive
Terug in de tijd Wie was de regeringsleider gedurende de periode dat Dts een keizerrijk was?
A
Bondskanselier
B
Keizer
C
Rijkspresident
D
Rijkskanselier
Slide 17 - Quiz
Terug in de tijd Wie was de regeringsleider tijdens de Republiek van Weimar?
A
Bondskanselier
B
Keizer
C
Rijkspresident
D
Rijkskanselier
Slide 18 - Quiz
Terug in de tijd Wie was de regeringsleider tijdens het Derde Rijk?
A
Bondskanselier
B
Keizer
C
Rijkspresident
D
Rijkskanselier
Slide 19 - Quiz
Bondskanselier
CDU-leider
Konrad Adenauer
'Grootste Duitser aller tijden'
Slide 20 - Diapositive
Lees het artikel over Konrad Adenauer. Beargumenteer waarom hij in 2003 gekozen werd tot 'Grootste Duitser aller tijden'.
Slide 21 - Question ouverte
Adenauer
Wirtschaftswunder (sterke economische groei)
Snelle integratie met het westen
(bijv. lidmaatschap EGKS en NAVO)
Hereniging met het oosten pas als het communisme verdween.
Stabiele democratie
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Vidéo
De EGKS is opgericht omdat...
A
Europese landen zo meer geld konden verdienen.
B
De Europese landen de oorlog konden winnen.
C
Europese landen nu sneller oorlog konden voeren tegen Rusland.
D
De kans op een Europese oorlog veel kleiner werd.
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Vidéo
Wat is de betekenis van NAVO?
A
Nieuwe-Atlantische Verdragsorganisatie
B
Nederlandse-Amsterdamse Verdragsorganisatie
C
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
D
Noors-Atlantische Verdragsorganisatie
Slide 26 - Quiz
Waarom werd de NAVO opgericht?
A
De handhaving van vrede
en veiligheid in de wereld.
B
De veiligheid van niet-communistische
landen van Europa te bevorderen
door militaire samenwerking.
C
Een gemeenschappelijke markt
te creëren voor de
steenkool- en staalindustrie.
D
Vrij verkeer van goederen, diensten,
kapitaal en personen tussen de lidstaten.
Slide 27 - Quiz
Waarom werd de NAVO opgericht?
A
De handhaving van vrede
en veiligheid in de wereld.
B
De veiligheid van niet-communistische
landen van Europa te bevorderen
door militaire samenwerking.
C
Een gemeenschappelijke markt
te creëren voor de
steenkool- en staalindustrie.
D
Vrij verkeer van goederen, diensten,
kapitaal en personen tussen de lidstaten.
Slide 28 - Quiz
De NAVO wordt opgericht door de Westerse landen. Wat doet de NAVO?
A
Dit houdt in dat de landen met elkaar samenwerken qua economie
B
Dit houdt in dat de landen met elkaar 24/7 contact houden over de Russen
C
Dit houdt in dat elk NAVO-land zich aan de NAVO-wet moet houden
D
Dit houdt in dat als je een NAVO-land aanvalt je elk NAVO-land aanvalt
Slide 29 - Quiz
De NAVO wordt opgericht door de Westerse landen. Wat doet de NAVO?
A
Dit houdt in dat de landen met elkaar samenwerken qua economie
B
Dit houdt in dat de landen met elkaar 24/7 contact houden over de Russen
C
Dit houdt in dat elk NAVO-land zich aan de NAVO-wet moet houden
D
Dit houdt in dat als je een NAVO-land aanvalt je elk NAVO-land aanvalt
Slide 30 - Quiz
Welk militair bondgenootschap is de tegenhanger van de NAVO?