Taal - § 4 Voor- en achtervoegsels

Welkom
Pak jij alvast je spullen?
pen,schrift,boek/laptop.

We starten met lezen.


laptop blijft dicht
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Pak jij alvast je spullen?
pen,schrift,boek/laptop.

We starten met lezen.


laptop blijft dicht

Slide 1 - Diapositive

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Boekenpitch
2c - Bjorn

Slide 3 - Diapositive

Woordenschat

Slide 4 - Diapositive

Wat is een samenstelling?
A
Twee bestaande woorden die samen een nieuw woord vormen.
B
Twee woorden die dezelfde betekenis hebben.
C
Een stelling die je samen verzint.

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een samenstelling?
A
meisjesachtig
B
eetbaar
C
jongensbroek
D
hopeloos

Slide 6 - Quiz

Geef zelf een voorbeeld van een samenstelling

Slide 7 - Question ouverte

Samenstellingen - WOORDRITSEN
Welk woord past op de puntjes? 
Bijvoorbeeld: tafel ... bal
TENNIS
(tafeltennis + tennisbal)

Slide 8 - Diapositive

hoofd … sloop
timer
0:20

Slide 9 - Question ouverte

basis … plein
timer
0:20

Slide 10 - Question ouverte

zwem … handdoek
timer
0:20

Slide 11 - Question ouverte

vracht … band
timer
0:20

Slide 12 - Question ouverte

kauwgom … sport
timer
0:20

Slide 13 - Question ouverte

Lesdoelen
na deze les:
- kun je vertellen wat 'voorvoegsels' zijn.
- kun je vertellen wat 'achtervoegsels' zijn. 
- kun je voorbeelden van voor- en achtervoegsels noemen en ken je hun betekenis. 

Slide 14 - Diapositive

VOORVOEGSEL
Een voorvoegsel kun je voor een woord zetten. 
De betekenis van dat woord verandert dan. 
bijvoorbeeld: 
handig - onhandig

Deze meneer is heel onhandig betekent:
Deze meneer is niet handig. 

Slide 15 - Diapositive

voorvoegsels
Er zijn verschillende voorvoegsels, die allemaal iets anders betekenen.


voorvoegsel
betekenis
mis - 
slecht/verkeerd
on-
niet
her-
nog een keer

Slide 16 - Diapositive

ACHTERVOEGSEL
Een achtervoegsel kun je achter een woord zetten. 
bijvoorbeeld: 
breekbaar

Deze porseleinen vaas is breekbaar.
Betekent: deze porseleinen vaas kan breken.


Slide 17 - Diapositive

achtervoegsels
de betekenis van de achtervoegsels verandert nooit.




'loos' betekent altijd 'zonder'. 
respectloos, zoutloos, mateloos

achtervoegsel
betekenis
-baar
kan/je kunt het
-loos
zonder
-vol
met veel

Slide 18 - Diapositive

lange woorden
Soms hebben woorden een voorvoegsel én een achtervoegsel.
kijk maar:

Dit water is ondrinkbaar
betekenis:
Je kunt dit water niet drinken.

Slide 19 - Diapositive

is het woordje 'vol' in 'respectvol' een achtervoegsel?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

is het woordje 'baar' in 'gebaar' een achtervoegsel?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

is het woordje 'her' in 'herkennen' een voorvoegsel?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

is het woordje 'on' in 'oneens' een voorvoegsel?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Achtervoegsels. Wat is het achtervoegsel van 'oppervlakkig'?

Slide 24 - Question ouverte

Achtervoegsels. Wat is het achtervoegsel van 'beschikbaar'?

Slide 25 - Question ouverte

Achtervoegsels
Bedenk een woord met het achtervoegsel
-achtig

Slide 26 - Question ouverte

Achtervoegsels
Bedenk een woord met het achtervoegsel
-loos

Slide 27 - Question ouverte

Achtervoegsels
Bedenk een woord met het achtervoegsel
-sel

Slide 28 - Question ouverte

Aan het werk!
Maken: 
Cursus 4 Taal, § 4 Voor- en achtervoegsels
Opdracht 1 t/m 4 
BK: blz. 92 en 93 || KGT: blz 94 en 95

Slide 29 - Diapositive