h5 herhalen balansmutaties

De balans
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De balans

Slide 1 - Diapositive

Balans

1. Er zijn activa (bezittingen) en passiva (financiering)

2. Een balans heeft een debetzijde (activa) en een creditzijde (passiva)

3. De balans is een momentopname

4. De balans moet altijd in evenwicht zijn

Balansmutaties

1.  Veranderingen die van invloed zijn op de balans

2. Altijd weergeven of het een toename (+) of afname (-) is

3. De mutatiebalans is ook altijd in evenwicht (er zijn dus altijd minimaal twee mutaties)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

1. Een deel van de bezittingen betaalt de onderneming met eigen vermogen

2.  Er zijn twee manieren om het eigen vermogen te berekenen

3. Het eigen vermogen is geld dat de onderneming door de jaren heeft verdient. Het geld is geïnvesteerd in de eigen onderneming

Slide 4 - Diapositive

1. Een deel van de bezittingen betaalt de onderneming met eigen vermogen

2.  Er zijn twee manieren om het eigen vermogen te berekenen

  3. Het eigen vermogen is geld dat de onderneming door de jaren heeft verdient. Het geld is geïnvesteerd in de eigen onderneming



Manier 1:
Alle bezittingen (totaal debet) - 
het vreemd vermogen (lang en kort)

Manier 2
Vorig eigen vermogen + winst
of
Vorig eigen vermogen - bedrijfskosten

Slide 5 - Diapositive

Een debiteur van Bol BV betaalt per bank. De balansposten die veranderen..
A
debiteur+ bank -
B
debiteur - bank +
C
debiteur - kas +
D
debiteur + kas -

Slide 6 - Quiz

Bol BV lost per bank 500 euro af op een hypothecaire lening
A
bank - 500 hyp lening + 500
B
bank +500 hyp lening +500
C
bank - 500 hyp lening - 500
D
bank - 500 bedrijfspand - 500

Slide 7 - Quiz

Bol BV betaalt zijn crediteuren met contant (cash) geld
A
kas - crediteuren -
B
kas - crediteuren +
C
bank - crediteuren -
D
bank - crediteuren +

Slide 8 - Quiz

Bol BV doet een afschrijving op haar inventaris
A
inventaris + bank +
B
inventaris + eigen vermogen -
C
inventaris - bank -
D
inventaris - eigen vermogen -

Slide 9 - Quiz

TakeAway BV koopt per bank een elektrische scooter om sushi rond te brengen
A
transportmiddelen - bank -
B
transportmiddelen + bank -
C
transportmiddelen + bank +
D
transportmiddelen - eigen vermogen -

Slide 10 - Quiz

Bol BV betaalt rente (500 euro) per bank over zijn hypothecaire lening
A
bank - eigen vermogen +
B
bank - hypo lening -
C
kas - eigen vermogen -
D
bank - eigen vermogen -

Slide 11 - Quiz

Aan de slag
Maken: Opgave 5.6 t/m 5.11
Hoe: In stilte, overleg op fluistertoon met je buur
Kom je er niet uit? --> Vinger
Klaar? Opgave 5.18

Slide 12 - Diapositive

Bol BV betaalt het personeel met contant geld
A
personeel - kas -
B
kas - personeel +
C
kas - eigen vermogen -
D
kas - lening-

Slide 13 - Quiz

Bol BV verkoopt op rekening voor 2500 euro aan goederen. De inkoopwaarde was 2000 euro.
A
debiteuren +2500 kas +2500
B
voorraad + 2000 debiteuren - 2500
C
voorraad -2000 bank + 2500 EV +500
D
debiteuren +2500 voorraad -2000 EV +500

Slide 14 - Quiz

Bol BV betaalt de crediteuren per bank
A
bank + crediteuren +
B
bank - crediteuren -
C
bank + crediteuren -
D
bank - crediteuren +

Slide 15 - Quiz

Bol BV doet giraal een aflossing op zijn 8% lening.
A
bank - 8% lening -
B
kas - 8% lening -
C
bank - 8% lening +
D
bank - eigen vermogen -

Slide 16 - Quiz

Hoe gingen deze quizvragen bij je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Samengevat..
De balans is een overzicht van alle bezittingen (activa), eigen vermogen en vreemd vermogen van een onderneming.

Een mutatiebalans is een deelbalans waarin alleen de balansposten (met bedragen) gemeld staan die veranderen door een financiële transactie.

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag
Maken: Opgave 5.11 t/m 5.17
Hoe: In stilte, overleg op fluistertoon met je buur
Kom je er niet uit? --> Vinger
Klaar? Opgave 5.18

Slide 19 - Diapositive