NK, Kapitel 4, les 2,

Willkommen, heute ist Mittwoch
der 5. Februar 2025
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Willkommen, heute ist Mittwoch
der 5. Februar 2025

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lernziel(e)
1. Kun je een interview over huisdieren begrijpen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma:

- Huiswerk nakijken
- Uitleg Grammatik
Ga je zelfstandig aan het werk met Grammatik



Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HUISWERK nakijken
1. Arbeite im Buch: Kapitel 4, B - Wortschatz
  Aufgabe  14 bis 17
3. Die Lernliste (Seite 136) - lesen für Spiel


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aufgabe 14
a. De tekst gaat over records van dieren.

b 1 pijlgifkikker: (ver)springen 
jachtluipaard: rennen, sprinten 
Pacifische zeilvis: (snel) zwemmen 
2 C 
3 Er ist braun. Mit seiner Zunge fängt er Insekten. 
4 C 
5 B
 6 zo groot en zwaar is. / tot 3,6 meter lang is en rond 100 kg weegt.
c Ik vind het spectaculair dat een jachtluipaard zo snel rent, dat hij een auto bij zou kunnen houden.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aufgabe 15
1 A 
2 B 
3 B 
4 B 
5 B 
6 B 
7 A 
8 B

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aufgabe 16 a
 nur = slechts, maar 
auch = ook
 zum Beispiel = bijvoorbeeld 
aber = maar, echter 
schon = al 
obwohl = hoewel

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aufgabe 16 b

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aufgabe 17
1. 650.000 
2 Ja, in Duitsland leven de meeste wilde zwijnen van alle Europese landen. / Ja, de kans is groot dat je er één tegenkomt. 
3 Dan moet je hem negeren en verder lopen. 
4 Drie van de volgende dingen: Ze zijn grijs, geliefd, leven in grote families, lopen ‘s nachts grote afstanden en rollen graag in de modder. Ze waren ook bijna uitgestorven. Ze kunnen ook gevaarlijk zijn.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het werkwoord in de TT

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel: 
Werkwoorden vervoegen 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je de stam van een werkwoord?

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

1. de ik-vorm van het werkwoord
Om een werkwoord te kunnen vervoegen moet je zijn ik-vorm vinden.
De ik-vorm van het werkwoord vind je door -en of -n weg te halen van het hele werkwoord.
Dus: ik-vorm = hele werkwoord - en of - n
voorbeeld: ik-vorm van wohnen = wohn
ik-vorm van klettern = kletter

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. de persoonlijke voornaamwoorden en de uitgangen
ich                 ik-vorm + e
du                  ik-vorm + st
er/ sie/ es   ik-vorm + t
wir                 ik-vorm + en  (/n)
ihr                  ik-vorm+ t
sie/Sie         ik-vorm + en  (/n)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de ik-vorm van de meeste werkwoorden (in het Duits)?
A
de stam (ik-vorm)
B
de hij vorm
C
het hele werkwoord -en of -n

Slide 16 - Quiz

Antwoord C kan ook kloppen voor een paar werkwoorden bv:
streicheln
tun
verbessern

Dus als het hele ww niet met -en  eindigt maar met -n.
Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord doe je door eerst de ik-vorm op te schrijven. De ik-vorm is het hele werkwoord - en of - n.
Voorbeeld: 
wohnen = wohn
kaufen = kauf
reisen = reis 
streicheln = streichel

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: wohnen, ik-vorm:wohn
ich wohn e
du wohn st
er/sie es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie wohn en
Sie wohn en


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: kaufen (kopen), ik-vorm: kauf
ich kauf e
du kauf st
er/sie es kauf t
wir kauf en
ihr kauf t
sie kauf en
Sie kauf en


Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind de ik-vorm van het werkwoord!

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdregel (feesttenten)
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(fe)esttenten
ich stam+e
du stam+st
er/es/sie stam +t
wir stam+en
ihr stam+t
sie/Sie stam+en

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(fe)esttenten
wohnen de stam = wohn
ich wohn+e
du wohn+st
er/es/sie wohn +t
wir wohn+en
ihr wohn+t
sie/Sie wohn+en

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(e)ettenten
ich stam+e
du stam+t
er/es/sie stam +t
wir stam+en
ihr stam+t
sie/Sie stam+en
Als de stam eindigt op een sisklank (s, ss, ß, x of z), is de uitgang bij du een -t in plaats van -st

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(e)ettenten
heißen de stam = heiß
ich heiß+e
du heiß+t
er/es/sie heiß +t
wir heiß+en
ihr heiß+t
sie/Sie heiß+en

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

feesttenten
eettenten
wohnen
heißen
rennen
tanzen
reisen
schreiben
fassen
beißen

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

feesttenten
Wil je meer uitleg?
Zoek in YouTube op "feesttenten Duits"

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen met de FEESTTENTEN-REGEL

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + st
stam + e
stam + t
stam + en
stam + t
stam + en

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

du (kaufen).
A
kaufet
B
kaufe
C
kaufen
D
kaufst

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe goed snap je de grammatica?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je onthouden?

Slide 34 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Maak in je boek van K4, E Grammatik, Aufg.  18+19+20+21+22
2. Ben je klaar, oefen dan slim stampen
    woorden NL-DU





 
Nu gaan we zelfstandig werken!

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hausaufgaben
1. Maak in je boek van K4,  E Grammatik, Aufg. 18+19+20+21+22

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions