- Houd je aan de volgorde van de opdracht.
- Als je twee redenen moet geven, geef er dan ook twee i.p.v. 1 of drie.
- varieer voldoende in je woordgebruik
- houd je zinnen kort
- maak, waar mogelijk, gebruik van opsommingen
Controleer aan het eind van het examen al je teksten op hoofdletters en leestekens.