quiz over het af gelopen jaar.

Quiz over het af gelopen jaar.
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
plant en dierPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Quiz over het af gelopen jaar.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk diersoort hoort de:
hagedis
A
Zoogdieren
B
Vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk diersoort hoort de mens.
A
zoogdieren
B
vissen
C
insecten
D
reptielen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoogdieren ademen door longen
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

is dit een zoogdier?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is dit een zoogdier?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoogdieren ademen door kiewen
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De wolf leeft in Nederland
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een reptiel en een zoogdier?
A
Reptielen hebben een staart
B
Reptielen hebben een ruggengraat
C
Reptielen leggen eieren
D
Reptielen kunnen niet vliegen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijgers leven in het werelddeel
A
Europa
B
Amerika
C
Azië
D
Afrika

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleur waren de konijnen die ik bij me had.



A
Zwart
B
zwart- wit
C
Bruin
D
wit

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de beste manier om konijnen te houden?
A
Solitair
B
vrouw - vrouw
C
man - man
D
man - vrouw

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je een mannetjes konijn.
A
Beer
B
Zeug
C
Rammelaar
D
Voedster

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je een vrouwtjes konijn.
A
Voedster
B
Teef
C
Zeug
D
Woerd

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe oud kan een cavia worden ?
A
10 jaar
B
3 jaar
C
5 jaar
D
8 jaar

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je een mannetjes cavia?
A
Beer
B
Rammelaar
C
Bok
D
Stier

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik je hooi of gebruik je stroo om cavia's mee te voeren?
A
Hooi
B
Stroo

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn cavia's nestvlieders of nestblijvers?
A
Nestvlieders
B
Nestblijvers

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke afbeelding zie je een nestblijver?
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent zindelijk?
A
Dat je op een vaste plaats naar de wc gaat
B
Dat je ergens zin in hebt
C
dat je ergens de zin of het nut van inziet

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke regels zijn er bij Groen lessen?
A
Haren op een staart
B
Korte broek mag
C
Gereedschap leg je op de grond
D
Werkschoenen aan

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


waar of niet waar?
de bruine vogel is een vrouwtje
Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten.
A
B

Slide 22 - Quiz

Meerkeuzevraag
Vertel: Hier zie je twee merels.
Vraag: Waar of niet waar: De bruine vogel is een vrouwtje
Doe: Kies het juiste antwoord. Duim omhoog betekent: ja, de bruine vogel is een vrouwtje. Duim omlaag betekent: Nee, de bruine vogel is niet een vrouwtje.
Antwoord: Beide vogels zijn merels. De bruine vogel links is het vrouwtje en de zwarte vogel rechts is het mannetje. Door de kleur kun je ze goed uit elkaar houden.
Wat is dit.
A
Bril
B
Telescoop kijker
C
Verrekijker
D
Vergrootglas

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de naam van deze vogel?
A
Houtduif
B
koolmees
C
Turkse Tortel
D
ekster

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de naam van deze vogel?
A
houtduif
B
kauw
C
spreeuw
D
ekster

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vogel is dit
A
Huismus
B
Kanarie
C
Pimpelmees
D
Geelgors

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is een vreemde vogel?
A
vogel die niet in Nederland woont
B
een vogel die niet bestaat
C
een raar persoon
D

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort vogel is dit
A
Kanarie
B
Specht
C
Papegaai
D
Parkiet

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meeldraad is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De bladeren vallen van de boom over welke jaargetijde hebben we het dan.
A
Zomer
B
Herfst
C
Winter
D
Lente

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat eet je als je MAIS?
eet.
A
bloemen
B
vruchten
C
wortels
D
zaden

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat eet je bij doperwtjes?
A
wortels
B
vruchten
C
zaden
D
bloemen

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vis zie je hier?
A
Oranje vis
B
Goudvis
C
Sluierstaart
D
Goudwinde

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je het beste aan je vissen voeren?
A
Droogvoer
B
Vers voer

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is een spin een insect
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe weet de spin dat er een insect in zijn web zit?
A
Dat ziet hij.
B
Dat voelt hij aan de trillingen
C
Dat hoort hij.
D
Dat ruikt hij.

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De wesp heeft een angel met weerhaakjes
A
klopt
B
klopt niet

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit voor
machine
A
Veegmachine
B
Borstelmachine
C
Grasmaaier
D
Pootmachine

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
motormaaier
B
kruiwagen
C
bladblazer
D
bollenplanter

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
schoffel
B
spade
C
bats
D
bollenplanter

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
bats
B
schoffel
C
plantenschepje
D
kantensteker

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit.
A
Bezem
B
stoffer en blik
C
Zachte bezem
D
Laadschep.

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat drinkt een koe?
A
melk
B
water

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt van melk gemaakt
A
Kaas
B
Brood
C
Patat
D
Pindakaas

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel gras eet een koe per dag?
A
2 kg
B
40 kg
C
20 kg
D
80 kg

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat eet onze rattenslang op school.
A
Insecten
B
cavia s
C
Baby muisjes
D
Vogels

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaruit bestaat het dagelijkse verzorging van de dieren.
A
Het geven van vers water
B
Het geven van vers water en hooi
C
De hokken schoonmaken.
D
Het geven van vers water en hooi en voer

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet dit dier?
A
krab
B
rog
C
vis
D
kikker

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De winnaar is.

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions