H3 Oorzaken van criminaliteit

3.1 Oorzaken van criminaliteit
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

3.1 Oorzaken van criminaliteit

Slide 1 - Diapositive

Wie worden crimineel?
- maatschappelijke positie
- etnische afkomst
- geslacht
- leeftijd

Slide 2 - Diapositive

Etnische afkomst
Volgens onderzoeken is criminaliteit onder mensen met een migratie achtergrond is groter dan mensen zonder migratie achtergrond.

Slide 3 - Diapositive

Geslacht
aangeboren
socialisatie
ongelijke macht

Slide 4 - Diapositive

Leeftijd
Veelvoorkomende criminaliteit onder 16 tot 23 jarigen

Recidivist= een persoon die steeds opnieuw strafbare feiten begaat ('draaideurcrimineel')

Slide 5 - Diapositive

Welke 4 kenmerken hebben criminelen vaak met elkaar gemeen?

Slide 6 - Question ouverte

3.2 maar wanneer wordt iemand crimineel?

Slide 7 - Diapositive

Individuele ooraken
- gebrekkige opvoeding
- gedrags en psychische problemen
- sterke groepsdruk
- problematisch drugsgebruik
- persoonlijkheidskenmerken

Slide 8 - Diapositive

Maatschappelijke oorzaken
- slechte levensomstandigheden
- Anonieme samenleving (weinig sociale controle)
- gelegenheid maakt de dief
- minder besef van waarden en normen
- gebrek aan maatschappelijke bindingen
- eens een dief altijd een dief

Slide 9 - Diapositive

Kijkvragen bij filmpje:
Welke oorzaken van crimineel gedrag hoor je in het volgende filmpje? 
En zijn dat individuele oorzaken of maatschappelijke oorzaken?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

1. Welke oorzaken van crimineel gedrag hoor je in het vorige filmpje?
2. En zijn dat individuele oorzaken of maatschappelijke oorzaken?

Slide 12 - Question ouverte

Zelfstandig maken:
BLZ 29 t/m blz 35

Slide 13 - Diapositive

individuele oorzaken van criminaliteit
maatschappelijke oorzaken van criminaliteit

Slide 14 - Diapositive

Hoe wordt criminaliteit gemeten?

Slide 15 - Question ouverte

Welke kenmerken hebben criminelen vaak met elkaar gemeen? (4 kenmerken)

Slide 16 - Question ouverte

Wie is crimineel?
  1. Man/vrouw verhouding:
  • Aangeboren verschillen.
  • Verschil in opvoeding.
  • Ongelijke macht.

Slide 17 - Diapositive

Wie is crimineel?
  1. Man/vrouw verhouding
  2. Leeftijd:
  • jeugddelequenten (16-23 jaar)
  • recidivisten (draaideurcrimineel)

Slide 18 - Diapositive

Spanning, geringe pakkans en groepsgedrag zijn oorzaken van een bepaalde vorm van criminaliteit. Welke vorm van criminaliteit is dat?
A
internationale vrouwenhandel
B
ontvoeringen
C
veelvoorkomende criminaliteit
D
zware georganiseerde misdaad

Slide 19 - Quiz

Oorzaken
  1. Spanning en avontuur
  2. Slechte opvoeding
  3. Alcohol en drugsgebruik
  4. Groepsgedrag (groepsdruk en de status in de groep)
  5. Weinig controle (pakkans is laag/gelegenheidsmotief)
  6. Normvervaging

Slide 20 - Diapositive

Celstraf voor veelpleger met strafblad van 31 kantjes


Een 39-jarige Delfzijlster is door de rechtbank van Groningen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 450 dagen, waarvan 372 dagen voorwaardelijk.
Hij kreeg de straf voor meerdere inbraken in bedrijfsbusjes, een inbraak in een auto en voor heling. De man was sinds april 2017 actief in Delfzijl. Hij stal voornamelijk kostbare gereedschappen, die hij inruilde voor drugs.
De geboren Amersfoorter maakte voordat hij naar Delfzijl kwam voornamelijk in het Westen des lands furore als veelpleger. Zijn strafblad, waar voornamelijk diefstallen op prijken, telt inmiddels 31 kantjes.

Slide 21 - Diapositive

Welke oorzaken van criminaliteit zie je in het gedrag van deze man?
A
Spanning en avontuur.
B
Normvervaging.
C
Alcohol en drugsgebruik.
D
Slechte opvoeding.

Slide 22 - Quiz

De 39-jarige Delftzijlster is een veelpleger. Is dit hetzelfde als een recidivist?
A
Ja, want hij is iemand die in herhaling valt.
B
Ja, want hij deed het voor het eerst.
C
Nee, want hij deed het voor het eerst.
D
Nee, hij heeft verschillende delicten.

Slide 23 - Quiz

Welke oorzaken van criminaliteit zie je in het gedrag van deze man?
A
Spanning en avontuur.
B
Normvervaging.
C
Alcohol en drugsgebruik.
D
Slechte opvoeding.

Slide 24 - Quiz

Wat deze man deed valt WEL / NIET onder veelvoorkomende criminaliteit, omdat...

Slide 25 - Question ouverte