procenten 4.5

Procenten H4.5
Ga rustig zitten op je plek en log alvast in met de code van lessonup IN STILTE !!!!!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Procenten H4.5
Ga rustig zitten op je plek en log alvast in met de code van lessonup IN STILTE !!!!!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Uitleg procenten
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

623,67 : 100 =
A
0,62367
B
6,2367
C
62,367
D
62367

Slide 3 - Quiz

Waarop is afgerond bij het onderstaande getal?
42300
A
eenheden
B
tientallen
C
honderdtallen
D
duizendtallen

Slide 4 - Quiz

Rond 21,25098 af op één decimaal
A
21,25
B
21
C
21,2
D
21,3

Slide 5 - Quiz

Rond 59,87501 af op gehelen.
A
59,9
B
59
C
59,88
D
60

Slide 6 - Quiz

Wat gaan we vandaag leren?

Aan het eind van de les:
  • kan je met procenten rekenen
  • kan je het percentage berekenen



Slide 7 - Diapositive

Procent blz. 218
  • Procent komt van het latijn pro centum. Dit betekent per honderd.

  • Het totaal bij procenten is altijd 100.

Slide 8 - Diapositive

Breuken en procenten


  • 100%  van iets  -  is alles =  1
  • 50% is de helft van 100. (100:2 = 50) = 0,5 =1/2
  • 20% is een vijfde deel van 100%. (100:5 = 20) = 1/5
  • Een aantal standaardbreuken die je moet weten:
  • Hoeveel procent is 3/5?
  • Welke breuk hoort bij 80%?

Slide 9 - Diapositive

Procenten
  • Om van een percentage een decimaal getal te maken moet je dus delen door 100.

  • 36% = 0,36
  • 16% = 0,16
  • 7% = ...?
  • 100% = ...?

Slide 10 - Diapositive

Procenten
  • In een klas zitten 30 leerlingen. 
  • Stel 10% is ziek. Hoeveel leerlingen zijn er aanwezig.

  • 0,10 x 30 = 3 leerlingen zijn ziek. 

  • Dus 30 - 3 = 27 leerlingen zijn aanwezig

Slide 11 - Diapositive

percentages berekenen met verhoudingstabel
wat is het percentage voor zes zieke leerlingen ?

Slide 12 - Diapositive

Keuze
1. Ik snap het --> aan de slag met de opdrachten van de weektaak
Je bent stil aan het werk! 

2. Ik wil extra uitleg --> je doet mee

Slide 13 - Diapositive

Procenten
Adrea krijgt 17,5% korting op een ketting van €24,95
a. Hoeveel euro korting krijgt ze?

Werkwijze:



Bij 17,5% hoort een vermenigvuldigingsfactor van 17,5 : 100 = 0,175
0,175 x €24,95 = €4,366..
Dit is ongeveer €4,37 korting

Slide 14 - Diapositive

Procenten
Adrea krijgt 17,5% korting op een ketting van €24,95
b. Hoeveel euro moet Andrea voor de ketting betalen?
Korting uit opgave a = €4,37

Andrea moet €24,95 - €4,37 = €20,58 moet ze betalen voor de ketting

Slide 15 - Diapositive

Procenten
In een kleding winkel krijg je op elk artikel 25% korting.
Ik koop een broek van €39,95,-
Hoeveel moet ik betalen?

Slide 16 - Diapositive

4% van 80
A
32
B
0,32
C
3,2
D
320

Slide 17 - Quiz

28 % van 550
A
154
B
15,4
C
1,54
D
1540

Slide 18 - Quiz

50% van 90
A
4,5
B
44
C
45
D
450

Slide 19 - Quiz

73,4% van 2400
A
1761600
B
1761,6
C
176,16
D
17,616

Slide 20 - Quiz

0,5% van 35
A
1,75
B
17,5
C
0,0175
D
0,175

Slide 21 - Quiz

0,03% van 404
A
1,212
B
12,12
C
121,2
D
0,1212

Slide 22 - Quiz

33,3%
75%
29,95
33,3
Procent
0,5
Decimaal
Breuk

Slide 23 - Question de remorquage

Zelfstandig werken
 Maken §4.4: 64, 65, 67, 70, 74, 76 
(blz. 215-216)
Maken §4.5: 79, 80, 81, 84, 85, 93, 94, 96, 97 (blz. 219-223)

Slide 24 - Diapositive