3.1 Dictatuur in Rusland en Italië

3.1 Les 1
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

3.1 Les 1

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les kun je:
Benoemen wat de kenmerken zijn van het communisme.
Het verloop van de Russische revolutie uitleggen.


Slide 2 - Diapositive

Communisme Rusland

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Vragen nav filmpje
1. Wat wil het communisme?
2. Wie heeft over deze politieke stroming een boek geschreven?
3. Hoe ziet een communistische samenleving eruit?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Afsluiten
Na deze les kun je:
Benoemen wat de kenmerken zijn van het communisme.
Het verloop van de Russische revolutie uitleggen.


Slide 11 - Diapositive

3.1 Tweede les

Slide 12 - Diapositive

Lesplanning
We bespreken de leerdoelen.
Ik leg de stof uit.
We oefenen met bronnen.
Herhalen info van gister.
Beantwoorden van vragen via LessonUp.
Bekijken een fragment.
Lezen uit het boek.
Afsluiten + hw

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen 
Na deze les kun je:
Kenmerken van het communisme benoemen én uitleggen.
(planeconomie - vijfjarenplan )
Een omschrijving geven van Stalin en zijn manier van regeren (stalinisme) collectivisatie - indoctrinatie - persoonlijkheidsverheerlijking - showprocessen - zuiveringen

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Maar eerst......
wat weet je nog van gisteren?
1. Wie was de baas van Rusland voor de Russische revolutie?
2. Wat zijn sovjets?
3. Hoe heette de oprichter van de Sovjet-Unie?
4. Wie werd de baas na de Russische revolutie?

Slide 21 - Diapositive

Waarom hielpen de Duitsers Lenin om naar Rusland te gaan?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

0

Slide 24 - Vidéo

Lezen boek
Blz. 79: Dictatuur in de Sovjet-Unie

Slide 25 - Diapositive

In de jaren 20 wilde Stalin dat de Sovjet-Unie zou veranderen in een
A
land met love & peace
B
modern industrieland
C
agrarisch stedelijke samenleving
D
land net 5 G

Slide 26 - Quiz

Vijfjarenplan is een plan
A
dat over vijf jaar van start gaat.
B
dat in onderwijsland van start moet gaan.
C
waarbij de markt bepaalt wat er geproduceerd moet worden.
D
waarin staat wat er in vijf jaar geproduceerd moest worden.

Slide 27 - Quiz

Zelfstandige boeren moesten onder Stalin verdwijnen in
A
werkkampen
B
fabriekshuizen
C
gemeenschappelijke boerenbedrijven onder toezicht van de staat
D
het rode leger

Slide 28 - Quiz

Hongersnoden waren nodig om de sovjet-unie te veranderen in een
A
industriële grootmacht.
B
mogelijkheid om de overbevolking te regelen.
C
machtig leger.
D
sterk volk.

Slide 29 - Quiz

Persoonsverheerlijking is
A
de codenaam voor de Duitse inval in Rusland.
B
een verplichte identiteitskaart.
C
de naam van een drie sterrenrestaurant
D
het overdreven prijzen van iemand.

Slide 30 - Quiz

Waar zorgde het stalinisme niet voor?
A
Miljoenen mensen werden opgesloten in strafkampen.
B
Er vonden veel showprocessen plaats.
C
iedereen liep kans om door de geheime politie te worden opgepakt.
D
De democratie werd enorm bevorderd.

Slide 31 - Quiz

Afsluiten
Na deze les kun je:
Kenmerken van het communisme benoemen én uitleggen.
(planeconomie - vijfjarenplan )
Een omschrijving geven van Stalin en zijn manier van regeren (stalinisme) collectivisatie - indoctrinatie - persoonlijkheidsverheerlijking - showprocessen - zuiveringen

Slide 32 - Diapositive

Eerste + tweede tekst 3.1 geleerd.
Af: opdracht 3 tot en met 5

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

3.1 Derde les

Slide 35 - Diapositive

Mussolini
=> het voorbeeld voor Hitler

Mussolini grijpt de macht
Italië in 1922, het wordt een fascistisch land
 
Veel ideeën van het fascisme en het Duitse nationaal-socialisme komen overeen..

Slide 36 - Diapositive


Kenmerken van fascisme 
Zet dit in je schrift. 
  • Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen
  • anti-democratisch: dictatuur
  • Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is. (Leidersbeginsel)
  • extreem nationalistisch 
  • militaristisch, geweld belangrijk
  • totalitair
=> partijen die dit soort denkbeelden hebben noemen we: extreem rechts

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Slide 39 - Diapositive