MM 1B H1 Taak 5 Les 2 Het weer en het klimaat

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Goedemorgen Allemaal!

Ga rustig op je plek zitten, trek je jas uit, en pak je spullen.

Log in op de Lessonup!

Het weer en het klimaat

Wat gaan we doen vandaag

1. Herhaling

2. De lesdoelen

3. Uitleg + Samen opdrachten maken

4. Zelfstandig werken

5. Lesdoelen terughalen

6. Wat was het nut van deze les?

Wat moet je kennen en kunnen?

•  Je kent het verschil tussen het weer en het klimaat.
•  Je kunt vertellen welke factoren het klimaat bepalen.
• Je kunt een lijngrafiek en een staafdiagram lezen en tekenen.

Het klimaat wordt bekeken over een lange periode. Hoe lang duurt die periode minimaal?

1. 10 jaar
2. 15 jaar
3. 30 jaar
4. 100 jaar

Welke onderwerpen worden er in een 'weerbericht' besproken:

Het weerbericht is elke dag hetzelfde:

1. Goed
2. Fout

Het weer

temperatuur

windrichting

windkracht

neerslag

bewolking

Verschillende klimaten

Je moet gaan zoeken in de atlas naar een kaart over het weer in Europa. Waar ga je zoeken?

1. Namenregister
2. Zaakregister
3. Landenregister
4. Bladwijzers

Klimaat

Het weer in Nederland is heel anders dan in Marokko.  Daar schijnt de zon vaker en valt er minder neerslag.

Als je kijkt naar het gemiddelde weer dan praat je over klimaat.

Klimaat gaat over een lange tijd en een groot gebied.

Wat voor klimaten zijn er?

Zeeklimaat

Tropisch klimaat

Droog klimaat

Gematigd klimaat

Klimaatgrafiek: Nederland

Op de vorige klimaatgrafiek kon je zien wat het weer was in Nederland

1. Juist
2. Onjuist

Deze klimaatgrafiek past bij een .....

1. Droog klimaat
2. Zeeklimaat
3. Gematigd klimaat
4. tropisch klimaat

Deze klimaatgrafiek past bij een .....

1. Droog klimaat
2. Zeeklimaat
3. Gematigd klimaat
4. tropisch klimaat

Deze klimaatgrafiek past bij een .....

1. Droog klimaat
2. Zeeklimaat
3. Gematigd klimaat
4. tropisch klimaat

Het weer verandert elke dag.

1. Goed
2. Fout

Het klimaat verandert elke dag.

1. Goed
2. Fout

Opdracht

• maak opdracht 1 t/m 10  (blz. 33 t/m 35)
• Ik loop rond voor vragen
• Je mag zachtjes overleggen met je buurman
• Klaar? Je mag lezen, aan een ander vak werken, of in stilte iets voor jezelf doen.

Wat moet je kennen en kunnen?

•  Je kent het verschil tussen het weer en het klimaat.
•  Je kunt vertellen welke factoren het klimaat bepalen.
• Je kunt een lijngrafiek en een staafdiagram lezen en tekenen.

Wat was het nut van deze les?