NN6 1TH H3 Grammatica- spelling van de persoonsvorm

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
H3 Spelling
De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd


1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
H3 Spelling
De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd


Slide 1 - Diapositive

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Maar eerst...
Even lekker lezen in je eigen leesboek
Je hebt je werkboek bij je liggen én/of je online les open.
 
Je houdt je aan de gedragsregels, je hebt je camera aan en bij ongewenst gebruik van de microfoon word je verwijderd en op ongeoorloofd afwezig gezet!
timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Terugblik vorige les
Meervouden op -en en -s...
waar moet je op letten?

Slide 3 - Carte mentale

Welke manieren zijn er voor meervouden met -en?

Slide 4 - Question ouverte

Welke manieren zijn er voor meervouden met -s?

Slide 5 - Question ouverte

Lesdoel
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  goed spellen.

Slide 6 - Diapositive

Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Vidéo

Herhaling persoonsvorm tegenwoordige tijd
Zo schrijf je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt):



ik-vorm
ik werk, werk jij?
ik loop, loop jij?
ik-vorm + t
hij/zij/het/jij werkt
hij/zij/het/jij loopt
Hele werkwoord
wij/jullie/zij werken
wij/zij/jullie lopen

Slide 9 - Diapositive

Wat gaat hier mis?

Slide 10 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(onthouden) ... jij dat tot morgen?
A
onthoud
B
onthoudt
C
onthield
D
onthouden

Slide 11 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt

Slide 12 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De overvaller (beroven) het gezin.
A
berooft
B
beroofd

Slide 13 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat (gebeuren) beslist niet!
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 14 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (worden) morgen 13 jaar.
A
wort
B
word
C
wordt

Slide 15 - Quiz

Huiswerk
Hoofdstuk 3 Taalverzorging (blz. 89 of online)
Opdracht 1 t/m 5

Leren woordjes H3
staan in SOM
timer
30:00

Slide 16 - Diapositive

Evaluatie
Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?


Slide 17 - Diapositive

Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage