Aanpassingen bij dieren

Aanpassingen 
bij dieren
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2,4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 10 vidéos.

Éléments de cette leçon

Aanpassingen 
bij dieren

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Hengelvis
Leeft diep in de zee.

Gebruikt licht om aas te lokken.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Andes condor:
spanwijdte 3,3 m.

Vliegt zo'n 200 km. om eten te zoeken.

Slide 5 - Diapositive

rups, coccon lijkt op vogelpoep
bij gevaar ontploft deze mier.
Kan hij helaas maar 1 keer doen

Slide 6 - Diapositive

Doel van de les
Aan het einde van deze les kun je
  • verschillende aanpassingen bij dieren noemen aan hun omgeving

Slide 7 - Diapositive

Stroomlijn

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Stroomlijn

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Stroomlijn

Slide 12 - Diapositive

0

Slide 13 - Vidéo

Hoe raakt de woestijnvos zijn warmte kwijt?
A
doordat hij wit is
B
doordat hij hele grote oren heeft
C
door hard te rennen

Slide 14 - Quiz

Grootte
Afrikaanse olifant
4 m.      12.000 kg.

Blauwe vinvis
25 m.        120.000 kg.

Slide 15 - Diapositive

Grootte
Afrikaanse olifant
4,2 m.      12.000 kg.

Blauwe vinvis
25 m.        120.000 kg.
Wordt gedragen door het water. Daarom relatief lichte botten.

Slide 16 - Diapositive

Bij welke dieren is vaker sprake van een gestroomlijnd lichaam
A
Landdieren
B
Waterdieren
C
Vliegende dieren
D
Bij alle soorten evenveel

Slide 17 - Quiz

Welke dieren hebben, relatief gezien, de zwaarste botten
A
Landdieren
B
Waterdieren
C
Vliegende dieren
D
Bij alle soorten evenveel.

Slide 18 - Quiz

Landdieren: longen
Waterdieren: kieuwen
Ademhalingsorgaan

Slide 19 - Diapositive

Huid met haartjes
huid met schubben en slijm
Huidbedekking

Slide 20 - Diapositive

0

Slide 21 - Vidéo

Poten van zoogdieren
zoolganger

Slide 22 - Diapositive

teenganger
hoefgangers/topgangers

Slide 23 - Diapositive

Waar horen honden bij?
A
topgangers
B
teengangers
C
zoolgangers

Slide 24 - Quiz

Waar hoort een hert bij?
A
zoolgangers
B
teengangers
C
hoefgangers/topgangers

Slide 25 - Quiz

Poten vogels
op een tak kunnen staan

Slide 26 - Diapositive

Grijppoten
Looppoten

Slide 27 - Diapositive

lopen in ondiep water
poten met zwemvliezen

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Haaksnavel

Slide 31 - Diapositive

Kegelsnavel

Slide 32 - Diapositive

Priemsnavel

Slide 33 - Diapositive

Pincetsnavel

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Zeefsnavel

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Steltloper

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Wat voor snavel heeft dit dier?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel

Slide 40 - Quiz

Wat voor soort snavel is dit?
A
zeefsnavel
B
pincetsnavel
C
platte snavel
D
kegelsnavel

Slide 41 - Quiz

Hoe heet deze snavel?
A
priemsnavel
B
kegelsnavel
C
pincetsnavel

Slide 42 - Quiz

Welke poten zijn dit?
A
grijppoten
B
zwempoten
C
steltpoten
D
klimpoten

Slide 43 - Quiz

Dit zijn voorbeelden van:
A
grijppoten
B
zwempoten
C
steltpoten
D
klimpoten

Slide 44 - Quiz

In de afbeelding zie je de poten van een vogel.

Hoe heet deze soort poten?
A
grijppoten
B
zwempoten
C
steltpoten
D
klimpoten

Slide 45 - Quiz

De kerkuil eet het liefst muizen.
Welke poten zal een steenuil hebben?
A
Steltpoten
B
Grijppoten
C
klimpoten
D
zwempoten

Slide 46 - Quiz

Basisstof 4 lezen en de opdrachten maken

Slide 47 - Diapositive