De weg wijzen en vragen (9-6)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

¡Bienvenidos a la clase de español!

Hoy es........

¿Qué hacemos hoy?

• ¿Qué hemos hecho?

• ¡A trabajar!
  

• Fin de la clase

• El objetivo 
• Corregir (10)
• Leer (10)
• Evaluación 
  

Maak de oefeningen van tarea 4.4 in je boekje "aquí vivo yo"

¿Qué hemos hecho?

1. gira
2. coged
3. mira
4. visitad
5. coge
6. seguid

1. gire
2. lean
3. mire
4. visiten
5. hable
6. beban

1. ponga
2. vean
3. di
4. oiga
5. ven
6. da

El objetivo

De weg wijzen en vragen

Welke werkwoordsvorm gebruik je vaak om de weg te wijzen?  

De imperativo, of gebiedendewijs, wordt gebruikt om een opdracht of aanwijzing te geven.  Je kunt er dus ook de weg mee wijzen!

De weg wijzen

¿Qué? Tarea 4.5

¿Cómo? Busca los nombres de los edificios.

¿Tiempo? 10 minutos

¿Listo? Haz tarea 4.6

¿Tiempo libre? 

Haz los ejercicios de tarea 4.6 y 4.7 en tu cuaderno.

¿Qué has aprendido hoy?

Ik begrijp de lesstof....

1. onvoldoende
2. voldoende
3. goed
4. uitstekend

Fin de la clase...

• ¿Preguntas?

• Wat ging goed?

• Wat kan er verbeteren?
  

Volgende les?

¿Qué?

De weg wijzen en vragen

¿Preparar?

Leren d-toets:  tarea 4.1 tot 4.5

¿Qué tal la clase?