Havo 3 H9 §5 de ECB

Hoofdstuk 9 
§5 de ECB
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 9 
§5 de ECB

Slide 1 - Diapositive

Programma




Paragraaf 5: De rol van de ECB


Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen

  • Je kunt uitleggen wat de ECB is
  • Je kunt uitleggen hoe de ECB met de rente invloed heeft op de conjunctuur

Slide 3 - Diapositive

Schrijf alles op wat je je nog kunt herinneren over hoogconjunctuur en laagconjunctuur

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Goede tijden, slechte tijden
Hoogconjunctuur en laagconjunctuur wisselen elkaar af =>
conjunctuurgolf
  • Te veel schommeling => niet prettig => overheid probeert bij te sturen => conjunctuurbeleid
  • Bijvoorbeeld via belastingen.

Slide 6 - Diapositive

Als het hoogconjunctuur is, worden de belastingen eerder
A
Verhoogd
B
Verlaagd

Slide 7 - Quiz

Goede tijden, slechte tijden
Hoogconjunctuur en laagconjunctuur wisselen elkaar af =>
conjunctuurgolf
  • De overheid probeert via belastingen de conjunctuurgolf af te zwakken.
  • Daarnaast probeert de ECB invloed uit te oefenen op de conjunctuur.

Slide 8 - Diapositive

Europese Centrale Bank - Bank van de banken in Europa. Niet bedrijven en gezinnen lenen bij de ECB, maar de (commerciële) banken.
Waar is ECB de afkorting van?

Slide 9 - Carte mentale

De belangrijkste taak van de ECB is de inflatie net onder 2% houden.
Dus prijzen stabiel houden zodat het geld z'n waarde houdt.
Wat zijn taken van de ECB?

Slide 10 - Carte mentale

5

Slide 11 - Vidéo

05:08
Waar kijkt de ECB naar?
  • Factoren die de prijzen opdrijven (zoals economische groei)
  • Hoeveelheid geld in de economie (meer geld voor evenveel goederen)

Slide 12 - Diapositive

05:26
Interest rate = rente die betaald moet worden 
als je geld leent (a credit - borrow money)

Slide 13 - Diapositive

05:50
Wat kan de ECB doen?
De ECB bepaalt de rente voor leningen. Bij een hogere rente wordt minder geleend. Dan is er minder geld om spullen te kopen. De prijzen zullen dan minder stijgen (inflatie blijft laag)

Slide 14 - Diapositive

06:51
Deflation = deflatie = daling van de prijzen

Slide 15 - Diapositive

07:42
Taak van de ECB
De prijzen stabiel houden (alleen een lichte stijging) 
en zo het 'inflatie monster' verslaan :)
Via het rentetarief beïnvloeden ze de kredietverlening (hogere rente => minder leningen => minder geld in de economie)

Slide 16 - Diapositive

Bij hoogconjunctuur is er veel vraag naar goederen en diensten, dan gaan de prijzen omhoog (= hogere inflatie). Bij laagconjunctuur is er minder vraag en dus lagere inflatie.
Wat heeft inflatie
met conjunctuur te maken?

Slide 17 - Carte mentale

Hoe probeert de ECB de inflatie onder 2% te houden bij hoogconjunctuur?

Slide 18 - Question ouverte

Opdracht


Paragraaf 5 bestuderen.
Opgaven 1 en 2 maken.

Slide 19 - Diapositive