prepositions of time and place

Prepositions
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Prepositions

Slide 1 - Diapositive

Grammar time!
Goal:
At the end of this class, 
I can use prepositions of 
time and place correctly 
in a sentence.

Slide 2 - Diapositive

Prepositions
Prepositions zijn voorzetsels. 

Wie weet wat voorzetsels zijn?

Slide 3 - Diapositive

Prepositions of time
- Geeft aan wanneer iets gebeurd
'on': dagen en datums/data
I have a game on Saturday.
In: maanden, jaren, seizoenen en specifieke delen van de dag
I woke up in the afternoon.
At: tijden en feestdagen
I saw my aunt at Christmas.

Slide 4 - Diapositive

Prepositions of place
- Geeft aan waar iets gebeurd

On: openbaar vervoer en iets ligt ergens bovenop
My phone is on the table.
In: plekken in de natuur, landen en als iets ergens in is
He took photos in the cathedral. 
At: specifeke locaties, huisnummers en (namen van) gebouwen
I am at the station.

Slide 5 - Diapositive

prepositions of time and place
Now practise!
Choose between in, at, on

Slide 6 - Diapositive

My birthday is ____ January.
timer
0:20

Slide 7 - Question ouverte

My mother has red lipstick _____ her lips.
timer
1:00

Slide 8 - Question ouverte

I will meet them there __ 9 o'clock.
timer
0:20

Slide 9 - Question ouverte

My mother is _____ the phone with my aunt.
timer
0:20

Slide 10 - Question ouverte

I will go on holiday _______ three days.
timer
0:20

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Vidéo

Prepositions of time and place
Right! Voorzetsels noemen we ook wel de 'kast woorden'.

We gaan het nu hebben over de voorzetsels die te maken hebben met wanneer of waar iets gebeurd ('time and place')

In het Nederlands hebben we bijvoorbeeld sinds en tot

Slide 14 - Diapositive

Prepositions of time and place
Goal check;

Slide 15 - Diapositive

What are the 3 prepositions
of time & place?

Slide 16 - Carte mentale

Slide 17 - Diapositive