TKL2 Chapitre 3
Ik
Jij
Hij
Zij (👩🏼)
Wij / Men
Wij
Jullie / U
Zij (👩🏼👩🏼)
Zij (👨🏽👨🏽)
Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
1 / 27
Éléments de cette leçon
Ik
Jij
Hij
Zij (👩🏼)
Wij / Men
Wij
Jullie / U
Zij (👩🏼👩🏼)
Zij (👨🏽👨🏽)
Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
Slide 1 - Question de remorquage
Slide 2 - Diapositive
Je peux
Tu peux
Il peut
Elle peut
Nous pouvons
Vous pouvez
Ils/elles peuvent
Ik kan
Jij mag
Hij kan
Zij mag
Wij kunnen
Jullie mogen
Zij mogen
Slide 3 - Question de remorquage
Slide 4 - Diapositive
Je veux
Tu veux
Elle veut
Nous voulons
Vous voulez
Ils veulent
Ik wil
Jij wilt
Zij wil
Wij willen
Jullie willen
Zij willen
Slide 5 - Question de remorquage
Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Elle (pouvoir)
Elle (pouvoir)
A
peux
B
veux
C
peut
D
veut
Slide 6 - Quiz
Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Vous (vouloir)
Vous (vouloir)
A
pouvons
B
pouvez
C
voulons
D
voulez
Slide 7 - Quiz
Zet het werkwoord in de juiste vorm.
Ils (pouvoir)
Ils (pouvoir)
A
peut
B
peuvent
C
veut
D
veulent
Slide 8 - Quiz
Ik wil
jij wilt
Hij wil
Wij willen
jullie willen
u wilt
zij willen
... voulons
... voulez
tu veux
... veut
... veulent
je veux
Slide 9 - Question de remorquage
wij kunnen
A
nous voulons
B
vous voulez
C
nous pouvons
D
vous pouvez
Slide 10 - Quiz
on veut
A
jij wilt
B
wij willen
C
zij wil
D
jullie willen
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Combine les mots.
La robe
Le pull
La ceinture
Le maillot de bain
Les baskets
Slide 14 - Question de remorquage
De gozer
Het stripboek
Beslissen
Sorry
la BD
Désolé(e)
Décider
Le mec
Slide 15 - Question de remorquage
ensemble
moi aussi
le mec
le livre
désolé
gentil, gentille
j'ai perdu
le jeu
ik ook
ik heb verloren
sorry
lief, aardig
samen
het spel
het boek
de gozer
Slide 16 - Question de remorquage
faire du sport
discuter avec tes amis
aller en ville
faire tes devoirs
ranger ta chambre
regarder un film
jouer à la console
Slide 17 - Question de remorquage
de held
het merk
het verschil
oud, ouderwets
het horloge
bijna
het leven
la différence
ancien,
ancienne
le héros
presque
la marque
la vie
la montre
Slide 18 - Question de remorquage
faire les courses
seul(e)
décider
le supermarché
possible
le mec
un peu
besluiten
de supermarkt
boodschappen doen
de gozer
alleen
een beetje
mogelijk
Slide 19 - Question de remorquage
10 makkelijke woorden uit H3 met vertaling: P 130/133
Slide 20 - Question ouverte
10 moeilijke woorden uit H3 met vertaling: P 130/133
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Diapositive
72 is in het Frans :
A
Soixante -deux
B
septante-deux
C
cinquante-deux
D
soixante-douze
Slide 23 - Quiz
Jullie kunnen/mogen
Zij kunnen/mogen
Wij kunnen/mogen
Ik kan, ik mag
je peux
nous pouvons
Ils peuvent
Vous pouvez
Slide 24 - Question de remorquage
peux fermer la porte
peut manger un sandwich
pouvez utiliser vos portables
pouvons corriger les exercices
Il
Nous
Je
Vous
Slide 25 - Question de remorquage
Zet de persoonlijke voornaamwoorden met de juiste werkwoorden:
(sleep blauw over rood)
est
suis
êtes
es
sommes
sont
je
tu
il/ elle/ on
nous
vous
ils/ elles
