TV3A week 45

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Nederlands

6 november

Programma

- Uitleg functies van tekstgedeelten

- Opdrachten uit Op Niveau

Functies van tekstgedeelten

Welke manieren om alinea's met elkaar te verbinden zijn er?

Hoe noem je de woorden die je daarvoor gebruikt?

Welke verbanden ken je?

Opdracht (30 minuten)

Maak opdracht 2 van lezen blok 2.

Schrijf woorden op die je niet begrijpt en zoek ze op.

Het belangrijkste van de opdracht: de signaalwoorden en de verbanden benoemen.

Klaar? Maak opdracht 3 van lezen blok 2.

Huiswerk voor donderdag

Opdracht 2 en 3 van lezen blok 2.

Nederlands

8 november

Programma

- Tekststructuren

- Bijlage en quizlet

- Opdracht 4 maken

Tekststructuren

Voordelen-en-nadelenstructuur: probleem of verschijnsel, voor- en nadelen, conclusie of samenvatting

Verschijnsel-en-besprekingstructuur: verschijnsel, verschillende kanten van het verschijnsel, samenvatting

Verschijnsel-en-verklaringstructuur: verschijnsel, verschillende verklaringen voor het verschijnsel, aanbeveling of samenvatting

Voorbeeld (verschijnsel-en-besprekingstructuur)

Er staan te veel fietsen rond Wolfert Tweetalig op straat. Ze staan overal. In het gras, rond het plein, onder de flats en op de parkeerplaatsen. De bewoners van de flats storen zich aan de hoeveelheid fietsen, omdat ze niet meer op de stoep kunnen lopen en hun auto niet meer op de parkeerplaatsen kunnen parkeren. De leerlingen van Wolfert Tweetalig vinden het ook vervelend, want zij kunnen hun fiets niet meer terugvinden.

Voorbeeld (verschijnsel-en-verklaringstructuur)

Er staan te veel fietsen rond Wolfert Tweetalig op straat. Ze staan overal. In het gras, rond het plein, onder de flats en op de parkeerplaatsen. Dit komt doordat de fietsenkelder van de school veel te klein is. De bewoners van de flats storen zich aan de hoeveelheid fietsen, omdat ze niet meer op de stoep kunnen lopen en hun auto niet meer op de parkeerplaatsen kunnen parkeren. Toch zetten zij hun fiets ook op straat neer, want ze hebben niet allemaal een berging. Zo blijft het probleem bestaan, als niemand hier iets aan doet.

Opdracht 4 (25 minuten)

Maak opdracht 4 zodat je geoefend hebt met de tekststructuren.

Klaar? Quizlet lezen blok 1 en 2 of leren voor de toets.