1.4 uitkomen met je geld Deel 1

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 1.4 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 1.4 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Pak je boek van M&M en open deze op blz 34.

Slide 2 - Diapositive

2. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- weet je welke drie soorten inkomens mensen kunnen hebben
- kun je uitgaven indelen in vaste lasten, dagelijkse uitgaven en incidentele uitgaven.





Slide 3 - Diapositive

3. Arrangementen
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger):
Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check!

Slide 4 - Diapositive

Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Huur
Vakantie
Meubels
Energie
Verzekering
Uitgaan
Persoonlijke verzorging
Boodschappen
Nieuwe telefoon

Slide 5 - Question de remorquage

Uitkering
Loon
Winst

Een inkomen dat je ontvangt van de overheid
Het inkomen dat je verdient met een eigen bedrijf.
Het inkomen dat je verdient met een eigen bedrijf.

Slide 6 - Question de remorquage

Van welk soort inkomen weet je van te voren niet hoeveel het is?
A
loon
B
winst
C
salaris
D
uitkering

Slide 7 - Quiz

Wie maakt wat?
Had je alle vragen van de mini-check goed?
Dan mag je zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 7 op bladzijde 34 t/m 36. Daarna maak je de herhalingsopdrachten op blz 40

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Diapositive

Soorten inkomen
  • Loon / salaris = het inkomen dat je ontvangt als je voor een baas werkt
  • Winst = het inkomen dat je verdient met een eigen bedrijf
  • Uitkering = het inkomen dat je krijgt van de overheid als je bijvoorbeeld werkloos of arbeidsongeschikt bent.


Slide 9 - Diapositive

Soorten uitgaven
Vaste lasten = met regelmaat (je zit hier vaak aan vast)
  • Abonnement, huur/hypotheek
Dagelijkse uitgaven = meestal huishoudelijk
  • Boodschappen
Incidentele uitgaven = af en toe
  • Vakantie, nieuwe apparaten, auto

Slide 10 - Diapositive

5. Begeleid inoefenen
Had je alle vragen van de mini-check fout?
--> Intensief arrangement:
Je maakt samen met de leerkracht opdracht 2 en 6

Slide 11 - Diapositive

6. Instructie
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 7 op bladzijde 34 t/m 36


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de herhalingsopdrachten op blz 40.
Helemaal klaar? Dan mag je even op de IPad.

timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- weet je welke drie soorten inkomens mensen kunnen hebben?
- kun je uitgaven indelen in vaste lasten, dagelijkse uitgaven en incidentele uitgaven?


Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
Noteer in je agenda:
Maandag 11 juli
1.4 opdracht 1 t/m 7 + 
Herhalingsopdrachten

Donderdag 14 juli
Toets hoofdstuk 1








Slide 14 - Diapositive