4. HC Duitsland

HC Duitsland
4. Alliantiepolitiek, Weltpolitiek, de Vlootwet en de weg naar de Eerste Wereldoorlog. 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

HC Duitsland
4. Alliantiepolitiek, Weltpolitiek, de Vlootwet en de weg naar de Eerste Wereldoorlog. 

Slide 1 - Diapositive

Welkom.
1. Herhaling
Waar heb je aan het eind van de les weet van?
2. inrichting van de maatschappij tijdens het keizerrijk
3. Weltpolitiek van Wilhelm II (incl de vlootwet)
4. De aanloop naar de Eerste Wereldoorlog
en 
5. Aan het (huis)werk

Slide 2 - Diapositive

wie is dit?
A
Keizer Wilhelm I
B
Otto van Bismarck
C
Keizer Napoleon

Slide 3 - Quiz

wie is dit?
A
Keizer Wilhelm I
B
Otto van Bismarck
C
Keizer Napoleon

Slide 4 - Quiz

Waar vond deze
gebeurtenis plaats?
A
Versailles
B
Berlijn
C
Frankfurt
D
Straatsburg

Slide 5 - Quiz

In welk jaar werd het Duitse Keizerrijk opgericht?
A
1866
B
1870
C
1871
D
1888

Slide 6 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de volgende steekwoorden:
machtsevenwicht, conferentie van Berlijn,Wilhelm I
A
Weltpolitik
B
Alliantiepolitiek
C
militarisme
D
modern imperialisme

Slide 7 - Quiz

Om welke reden hield Bismarck angstvallig vast aan het bestaande machtsevenwicht na 1871
A
angst voor een tweefrontenoorlog
B
Om een grote industrie te kunnen opbouwen
C
communistische dreiging
D
om een diplomatieke rol te kunnen vervullen in de wereld

Slide 8 - Quiz

Welke gebeurtenis
past hierbij?
A
Weens Congres
B
Congres van Berlijn
C
De vrede van Versaille
D
Conferentie van Berlijn

Slide 9 - Quiz

Voor 1870 bestond Duitsland uit een groot aantal staatjes en vorstendommen. De belangrijkste was?
A
Beieren
B
Pruisen
C
Brandenburg
D
Saksen

Slide 10 - Quiz

De buitenlandse politiek van Bismarck kenmerkt zich door:
A
Sluiten van bondgenootschappen
B
uitbreiden van het Duitse grondgebied
C
Frankrijk zoveel mogelijk dwarszitten
D
Alledrie zijn juist

Slide 11 - Quiz

Welk begrip past NIET bij Wilhelm I ?
A
Conservatief
B
representatieve regering
C
Alliantiepolitiek
D
Koning van Pruisen

Slide 12 - Quiz

Staatsinrichting tijdens het keizerrijk.
In de praktijk beruste de macht in het keizerrijk NIET bij:
A
De Rijksdag
B
Rijkskanselier Bismarck
C
De keizer
D
de Bondsraad

Slide 13 - Quiz

welke tijd?
A
bezetting van Duitsland door Napoleon
B
Keizerrijk
C
Duits Bond
D
Heilige Rooms Rijk

Slide 14 - Quiz

welke tijd?
A
Duitse eenwording 1866-1871
B
Heilige Roomse Rijk ca. 1500
C
Duits Keizerrijk 1871-1918
D
Duitsland verslagen door Napoleon 1806

Slide 15 - Quiz

Duitse keizerrijk (1871-1918)

Wat betekende de vorming van het Duitse keizerrijk voor het machtsevenwicht tussen de Europese grootmachten, 1871-1918?

Slide 16 - Diapositive

Adel, Junker, officieren
Groot industriëlen, bankiers

Werknemers in dienstensector
Boeren, Arbeiders en lage ambtenaren
Maatschappijpiramide tijdens het Duitse Keizerrijk

Slide 17 - Diapositive



Politieke partijen in het Keizerrijk (1)
Links

De Socialisten (SAD/SPD)
Vooral: industriearbeiders


Midden

Das Zentrum
Vooral: katholieken (ook industriearbeiders)


Rechts

Conservatieven en nationaal-liberalen
Vooral: bovenklasse 
(Junker en adel)

Vergadering van de Rijksdag in 1874, toen nog in het gebouw van het Pruisische Herenhuis in de Leipziger Straße 75.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive


Politieke partijen in het Keizerrijk (2)

  • Bismarck, zelf Junker, richtte zijn pijlen op de katholieken en de socialisten
  • Hij zag hen als grote bedreiging voor de nationale eenheid en veiligheid.
  • Hij nam de socialisten via vooruitstrevende sociale wetgeving de wind uit de zeilen en trad daarnaast repressief, zonder succes, op
  • Bismarck eist van katholieken een onvoorwaardelijke trouw aan de Duitse staat. De liefde voor Duitsland was belangrijker dan trouw aan Rome
De zogenoemde Kulturkampf (1871-1878) was gericht tegen de katholieken. Bismarck was bang voor teveel invloed van de katholieken, met name in het zuiden van Duitsland. Deze zouden een bedreiging kunnen vormen voor de macht van de protestant-Pruisische elite.

Slide 20 - Diapositive

Duitsland
  • Overige Duitse staten moeten zich vrijwllig bij Pruisen aansluiten
  • Middel: oorlog met Frankrijk
  • Spanjaarden zoeken nieuwe koning --> Pruisische prins
  • Keizer Napoleon III is bang voor Duitse omsingeling --> vraagt Pruisen te weigeren
  • Bismarck laat een aangepastte brief over de troonopvolging bij Napoleon terecht komen.
  • Gevolg: Frankrijk verklaart oorlog

Slide 21 - Diapositive

Realpolitik
  • 1870: Frans-Pruisische Oorlog --> vernedering Frankrijk
  • 1871: keizerskroning Wilhelm I in Versailles
  • Oorzaak 1 van WO 1 --> Franse wraak
  • Nieuwe doel Bismarck: vrede in Europa om toekomst Duitsland veilig te stellen
  • Middel:  alliantiepolitiek  --> Realpolitik
  • Voorbeeld: Conferentie van Berlijn (1884) & Congres van Berlijn (1878)
betekenis realpolitik algemeen
Realpolitik is een wijze van politiek bedrijven waarbij op een nuchtere manier de kosten en de baten van een bepaald beleid worden bekeken. Ideologie, politiek-filosofische overwegingen of ethiek worden bij die afweging achterwege gelaten. Realpolitik is dan ook een vorm van realisme.

Slide 22 - Diapositive

Weltpolitik
  • 1888: nieuwe keizer Wilhelm II heeft ambities --> ontslaat Bismarck (1890)
  • Doel: machtig Duitsland --> Weltpolitiek
  • Voorbeeld: plek onder de zon --> kolonies
  • Gevolg: groeiende internationale spanningen (Oorzaak 2)
  • 1898: Vlootwet --> bouw Duitse marine
  • Generaals maken aanvalsplan (von Schlieffen
  • Gevolg: concurrentie voor Engeland (Oorzaak 3)
  • Gevolg: toenadering Engeland en Frankrijk 
Vlootwet 1898
Met de vlootwet begon de systematische opbouw van een Duitse oorlogsvloot, vooral met slagschepen die het tegen de vloot van Groot-Britanië konden opnemen.
Er werden 19 slagschepen en 50 andere oorlogsschepen gebouwd. 

Slide 23 - Diapositive


Von Schlieffenplan

  • Duitsland was ingesloten tussen twee vijanden: Frankrijk en Rusland
  • Om een tweefrontenoorlog te voorkomen wilden de Duitsers met dit plan eerst snel Frankrijk uitschakelen, om daarna Rusland te kunnen verslaan

Slide 24 - Diapositive


Gevolgen Weltpolitiek
1888-1918


  • Industrie in teken van leger: Duitsland breidt oorlogsvloot enorm uit (Vlootwet 1888)
  • Generaals bedenken aanvalsplannen (o.a.: Von Schlieffenplan
  • Door de voorsprong van Frankrijk en Engeland op het wereldtoneel heeft de Weltpolitiek weinig succes en gaat Duitsland zich meer richten op Europa

De keizer van Duitsland is op reis

Slide 25 - Diapositive

Spanningen
  • Duitsland industrialiseert snel
  • Gevolg: wapenwedloop (Oorzaak 4)
  • Uit angst voor oorlog sluiten de grootmachten bondgenootschappen (Oorzaak 5)
  • Triple Alliantie (Centralen) : Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Italië (+ Turkije)
  • Triple Alliantie: Frankrijk, Engeland, Rusland (tot 1918) (+vanaf 1917 VS)
  • In plaats van oorlog voorkomen voorspoedigen de bondgenootschappen dit

Slide 26 - Diapositive


Oorzaak 6:
Militarisme





Trots op alles wat met het eigen leger te maken heeft
Vertrouwen in de kracht van het eigen leger

Slide 27 - Diapositive


Oorzaak 7:
Het Ottomaanse Rijk valt uit elkaar





Het oude rijk stond in Europa bekend als: 
de zieke man van Europa








Het oude rijk stond in Europa
bekend als: de zieke man van Europa
Rusland en Oostenrijk-Hongarije proberen gebieden af te scheuren van het Ottomaanse Rijk

Slide 28 - Diapositive

dus: 
1. belangrijke politieke stromingen 
2. inrichting van de maatschappij tijdens het keizerrijk
2. Weltpolitiek van Wilhelm II, vlootwet.
3. De aanloop naar de Eerste Wereldoorlog, diverse oorzaken.

Slide 29 - Diapositive

(huis)werk
Maken opdrachten ' Het Duitse Keizerrijk' : 6 t/m 9.
Leren: blz 7 t/m 15 (nummering bovenaan de pagina)
Voorbereiden: Hoofdstuk 2, blz 14 en 15; (oorzaken, aanleiding, betrokken landen)

Slide 30 - Diapositive