Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Leg uit...
Geef aan...
Wat is het verschil...
Benoem...
Slide 1 - Diapositive
Antwoord in hele zinnen!
Bv: Leg uit waarom we de periode van 500 tot 1500 middeleeuwen noemen.
Slide 2 - Diapositive
Leg uit waarom de zin ‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic unda thu, wat unbidan we nu’ zo belangrijk is voor de literatuurgeschiedenis.
Slide 3 - Question ouverte
Herhaal de vraag, dan weet je zeker dat je het goede antwoord geeft en dat je in hele zinnen antwoordt.
Slide 4 - Diapositive
Geef aan wat didactisch inhoudt.
Slide 5 - Question ouverte
Geef de kenmerken van...
Kenmerken van ... zijn ....
Slide 6 - Diapositive
Leg uit wat... Ga hierbij ook in op...
Slide 7 - Diapositive
Bij zo'n vraag moet je in het antwoord ook verwerken waar je op in moet gaan. Als je dat niet doet, mis je punten.
Slide 8 - Diapositive
Wat is het verschil...
In het antwoord moeten dan twee dingen genoemd worden!
Als je maar een ding noemt, dan heb je de vraag half goed of soms zelfs helemaal fout.
Slide 9 - Diapositive
Wat is het verschil tussen een Karelroman en een Arthurroman?
Slide 10 - Question ouverte
- Lees de vraag goed, wat wordt er gevraagd.
- Moet je voorbeelden geven? Zo ja, hoeveel?
- Moet je kenmerken geven? Zo ja, hoeveel?
- Markeer/onderstreep in de vraag de belangrijke woorden.
Slide 11 - Diapositive
Leg uit waaromde zin ‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic unda thu, wat unbidan we nu’zo belangrijk is voor de literatuurgeschiedenis.
Slide 12 - Diapositive
Kijk goed of de gemarkeerde woorden beantwoord worden of terugkomen in de tekst.
Slide 13 - Diapositive
Deze zinis zo belangrijk voor de literatuurgeschiedenisomdat hiermee de literatuurgeschiedenis start. Het is de oudst overgeleverde zin in de volkstaal. Hiervoor was alles in het Latijn.
Slide 14 - Diapositive
Leg uit waarom we de periode van 500 tot 1500middeleeuwennoemen.
Slide 15 - Diapositive
We noemendeze periode de middeleeuwenomdat hij tussen twee periodes ligt, die historici veel belangrijker vonden, de oudheid en de renaissance