§2.3 Religie, wetenschap en filosofie

1 / 33
suivant
Slide 1: Vidéo
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een aristocratie?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke bestuursvorm begon en eindigde in Athene?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als 1 iemand met geweld alle macht heeft dan heet dat:
A
Aristocratie
B
Democratie
C
Monarchie
D
Tiran

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

§2.3 Religie, wetenschap en filosofie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de bestuursvormen naar de juiste omschrijvingen
Alle volwassen mannen met burgerrecht mogen meebeslissen
Een erfelijke koning heeft alle macht
Een kleine groep met voorrechten heeft de macht
Eén man heeft alle macht
Monarchie
Aristocratie
Tirannie
Democratie

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe de Griekse godenwereld in elkaar zit
- Wat een mythe is
- Wat het verschil is tussen een mythologische en wetenschappelijke verklaring van de wereld
- Wat het verschil is tussen religie en filosofie

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

De mythe van Tantalus 

Slide 9 - Diapositive

De mythe van Tantalus 
Griekse godsdienst
De Griekse godsdienst was polytheïstisch
Ze waren menselijk, maar onsterfelijk en ze hadden bepaalde krachten
De goden werden aanbeden in tempels, zoals in Egypte
De Grieken leerden over de goden door mythen; godenverhalen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de taken naar de juiste goden
Zeus
Poseidon
Hades
Athena
Apollo
God van de zee
Oppergod
God van de muziek
God van de onderwereld
God van oorlog en vrede

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Invullen werkblad eigen Polis

Maken vraag 1 t/m 5 van paragraaf 2.3

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§2.3 Religie, wetenschap en filosofie

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe de Griekse godenwereld in elkaar zit
- Wat een mythe is
- Wat het verschil is tussen een mythologische en wetenschappelijke verklaring van de wereld
- Wat het verschil is tussen religie en filosofie

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit waarom er aardbevingen zijn

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit waarom mensen griep krijgen

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wetenschap
De Grieken verklaarden veel met mythen
Later gaan geleerden andere verklaringen zoeken
Zij verklaren de wereld door er goed naar te kijken
Dit noemen we wetenschap

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Filmpje
Archimedes

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Filosofie
Sommige geleerden willen niet kijken, maar denken
Zij stellen grote, moeilijke vragen over belangrijke zaken
Op die manier de waarheid willen vinden noemen we filosofie
Griekse filosofen krijgen veel aanzien, maar ook vijanden

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Filosofie (2)
Filosofen waren kritisch op de mythen en religie
Logisch redeneren en zelf tot wijsheid en kennis te komen

Socrates deed dat door lastige vragen te stellen
Plato (leerling Socrates) onderzocht de ideale samenleving
Aristoteles schreef over politiek, psychologie en natuurkunde
Sofisten: Leraren in de filosofie

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 9
Er waren in de Griekse tijd drie manieren om de werkelijkheid te verklaren. De meeste mensen geloofden in de [..............1...............]   : zij dachten dat de goden grote invloed hadden op wat er gebeurde. Anderen probeerden de wereld te begrijpen door over belangrijke vragen logisch na te denken. Zij worden [..............2...............]   genoemd. Ten slotte zijn er de [..............3...............]   , die heel precies onderzoek deden. Politici in Athene vonden de [..............4...............]   soms gevaarlijk, omdat die vraagtekens plaatste bij de [..............5...............]   .
Maak de tekst kloppend 
Woorden
[..............1...............]
[..............2...............]
[..............3...............]
[..............4...............]
[..............5...............]
Filosofie
Mythen
Wetenschap
Filosofen
Priesters
Wetenschappers
Filosofie
Religie
Wetenschap
Democratie
Godenwereld
Natuurkunde

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarbij hoort de vraag:
Hoe hebben de goden de wereld gemaakt?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarbij hoort de vraag:
Is de aarde plat of bolvormig?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarbij hoort de vraag:
Kunnen wij de wereld wel echt begrijpen?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarbij hoort de vraag:
Wat is beter: aristocratie of monarchie?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarbij hoort de vraag:
Wat moet ik offeren als ik ben genezen?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarbij hoort de vraag:
Wie begon de oorlog tussen Athene en Sparta?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Resumé
Pak je schrift
Schrijf voor jezelf op (of bedenk 4 vragen over) wat we deze les besproken hebben
Wie, Wat, Waarom, Wanneer
timer
2:00

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 3 t/m 12 van §2.3

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions