1HV - Spelling herhaling p1 t/m 4

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Voeg hoofdletters toe in de zin:
mijn oma leest het boek windstreken dat zich afspeelt in noord-brabant.

Slide 4 - Question ouverte

Voeg leestekens toe in de zin:
voordat ik naar school ga eet ik altijd eerst twee boterhammen met kaas ham en boter

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

De vriendelijke man (raden) het antwoord in één keer.
A
raad
B
raat
C
raadt
D
rad

Slide 10 - Quiz

(beseffen) jij hoe weinig tijd we hebben?
A
besef
B
Besef
C
beseffen
D
Beseft

Slide 11 - Quiz

Gisteren (raden) de man het antwoord.
A
raden
B
rade
C
raadde
D
raadden

Slide 12 - Quiz

Ik heb dat niet (beseffen)
A
gebeseft
B
besefd
C
beseffen
D
beseft

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Noteer het meervoud en het verkleinwoord van auto.
Doe het zo: auto, auto

Slide 17 - Question ouverte

Noteer het meervoud en het verkleinwoord van lolly.
Doe het zo: lolly, lolly.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast

Slide 20 - Quiz

Welk bijvoeglijk naamwoord is juist geschreven?
De ....... man
A
vriendelijken
B
aardig
C
strenge
D
papiere

Slide 21 - Quiz

Zijn er nog vragen over spelling?
Laatste kans voor de toets om je vragen te stellen.

Slide 22 - Carte mentale