NN H4 Basis P1-8
1 / 24
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Een vraag kan de hoofdgedachte van een tekst zijn.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quiz
De hoofdgedachte is een zin met een mededeling.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quiz
Het onderwerp kun je ook weergeven in een zin.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quiz
Een motiverende titel maakt de lezer nieuwsgierig naar de tekst
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Welke vijf tekstdoelen zijn er?
Slide 6 - Question ouverte
Je wilt het publiek zelf een mening laten vormen. Tekstdoel:
A
amuseren
B
informeren
C
opiniëren
D
overtuigen
Slide 7 - Quiz
In welk tekstdeel introduceer je het onderwerp?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 8 - Quiz
Een anekdote is een
A
voorgeschiedenis
B
actuele gebeurtenis
C
kort, grappig verhaaltje
D
belang voor publiek
Slide 9 - Quiz
Met wat voor signaal(woord) begint het slot vaak?
Slide 10 - Question ouverte
Hoe heten de onderdelen uit het middenstuk van een tekst?
Slide 11 - Question ouverte
Bij welke tekststructuur past een afweging en conclusie?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
probleem-oplossingsstructuur
D
voor- en nadelenstructuur
Slide 12 - Quiz
Wat is meestal de plek waar de kernzin staat in een alinea?
A
de eerste zin
B
de laatste zin
C
de middelste zin
D
de 1e, 2e of laatste zin
Slide 13 - Quiz
Welk verband geeft het signaalwoord 'daarna' aan?
A
opsommend
B
tegenstellend
C
chronologisch
D
concluderend
Slide 14 - Quiz
Welk signaalwoord geeft een vergelijkend verband aan?
A
daar staat tegenover
B
zoals
C
met andere woorden
D
verder
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Woorden als 'argument' en 'stelling' noem je
A
functiewoorden
B
functionele woorden
C
signaalwoorden
D
kernwoorden
Slide 17 - Quiz
Ik vind dat leerlingen in de bovenbouw zelf mogen bepalen of ze naar de les komen.
A
negatief standpunt
B
positief standpunt
C
standpunt van twijfel
Slide 18 - Quiz
Ik ben er nog niet uit of het goed is dat leerlingen in de bovenbouw zelf mogen bepalen of ze naar de les komen.
A
positief standpunt
B
negatief standpunt
C
standpunt van twijfel
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Vidéo
"De top van de berg is goed te beklimmen voor de sportievelingen onder ons. Voor iedereen die minder goed ter been is, is er een kabelbaan."
A
Leden van een sportvereniging
B
Jongeren
C
55-plussers op vakantie
Slide 21 - Quiz
"Beste lui,
Vrijdag pakken we weer een goudgele rakker op het dispuut."
Vrijdag pakken we weer een goudgele rakker op het dispuut."
A
Jonge gezinnen
B
65-plussers
C
Jongeren
D
Studentenvereniging
Slide 22 - Quiz
Veel gebruik van jargon en technisch taalgebruik
A
Medewerkers van een bedrijf
B
Gezinnen
C
Studentenvereniging
D
Jongeren
