L10 Tekstopmaak en citaat

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

pag. 111

Wat weet je nog over een goede tekstopbouw?

Tekstopbouw --> technische en inhoudelijke opbouw

Tekstopmaak ---> stijl, uitzicht, indruk, verfraaiing ...

--> ook verbonden aan 'regels'

Deel 1: Het effect van tekstopmaak

pag. 111

Oef. 1

Zelfde tekst, 3x anders.

Wat valt er op?

pag. 111

Lees de tekst.

Duo

• Markeer in elke alinea de kerninformatie.
• Schrijf de tussentitels.

a. Formuleer in bevelende zin.

b. tussentitels -> samenvatting van alinea

Een verzorgde tekstopmaak...

1. Kies een goed lettertype en een aangepaste lettergrootte.

2. Zorg voor voldoende witruimte.

3. Wees zuinig met de opmaakmogelijkheden.

4. Gebruik functionele afbeeldingen.

5. Gebruik functionele grafieken, tabellen en schema's.

6. Gebruik voor dia's grote en duidelijke letters.

7. Zet op de dia's alleen kernelementen van uw uitleg.

...zoals Times New Roman 12, Arial 11 of Georgia 11.

Oef. 4

Bekijk de volgende teksten.

Omschrijf wat er fout loopt.

pag. 114

A. 

In deze tekst ontbreekt witruimte: er is geen tekstrand, de foto's staan te dicht bij de tekst en de regelafstand is te klein. 

Dat maakt de tekst moeilijk te lezen.

B. 

De letterkleur en de foto op de achtergrond contrasteren niet genoeg.

Dat maakt de tekst moeilijk te lezen.

C. 

Er is teveel variatie in kleur, tekstgrootte en lettertype. 

Het geheel is druk en onrustig.

D. 

Deze dia bevat teveel tekst. Het kleurcontrast tussen letters en achtergrond is te klein en er zijn nauwelijks marges. 

Daardoor oogt het geheel te vol.

Noteer 3 elementen waar jij in de toekomt bij de lay-out op ga letten.

Oef. 6

a. Verbeter de fouten in de tekst.

pag. 115

Jij bent nu redacteur...

• lay-out
• spelling
• zinsbouw
• ...

Advies voor tesktopmaak:

1. Zet de titel in een groter lettertype.

2. Gebruik geen 'cursief' of 'vet' zonder reden. Gebruik geen insprong zonder reden.

3. Kies een foto die bij je tekst past.

Deel 2: Citeren

pag. 116

Oef. 1 

a. Plaats krantenkop bij juiste citaat.

b. Zoek verband / leid af waarom citaat gebruikt wordt.

c. Wanneer gebruikt auteur nog citaten?

pag. 116

b. Geef een reden waarom citaten worden gebruikt.

In welke andere gevallen kan een auteur gebruik maken van een citaat?

c. Wanneer gebruikt auteur nog citaten?

Hoe herken je een citaat?

Hoe herken je een citaat?

Oef. 3. 

Citeren...een filmpje

pag. 117

Luister en vul aan.

Oef. 3. 

Citeren...een filmpje

pag. 117

Check met je buur.

Oef. 4   

Voeg de citaten op de juiste plek in de tekst in.

--> tekst pag. 118

Let op de instructie!

Oefen op Diddit

L10/oefenen/citeren

3. Taak: Totaaloefening

Opdracht in Google Classroom