§ 5.3: Grammaire 1 (vouloir)

la basket
la chaussette
le chapeau
la casquette
les lunettes
la jupe
1 / 12
suivant
Slide 1: Question de remorquage
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

la basket
la chaussette
le chapeau
la casquette
les lunettes
la jupe

Slide 1 - Question de remorquage

Doel: je kunt het werkwoord vouloir (= willen) correct gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Les:

- Uitleg: vouloir.
- Nakijken: 1, 2, 4
- Maken: ex 8A & 8B.

Huiswerk:


- leren apprendre 1 t/m 3.

Slide 3 - Diapositive

Het werkwoord vouloir is...
A
regelmatig
B
onregelmatig

Slide 4 - Quiz

Het werkwoord vouloir betekent...
A
hebben
B
kunnen
C
mogen
D
willen

Slide 5 - Quiz

Ik wil
Zij wil
Zij willen
Jullie willen
Jij wilt
Wij willen
Je veux
tu veux
Nous voulons
Vous voulez
Ils veulent
Elle veut

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Lien

Zelfstandig werken:

* lr apprendre 1 en 2, p. 38
* mk ex 8A t/m 8c, p. 20

timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

timer
0:30
voulons
veulent
veux
voulez
veut

Slide 9 - Question de remorquage

je
tu
il/elle/on
nous
vous 
ils/elles

Slide 10 - Diapositive

Zingen
1. chanter
2. chant
3. uitgangen (rood) toevoegen

Slide 11 - Diapositive

Bedankt
en zijn er vragen?

Slide 12 - Diapositive