Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
5.3: Machtige heren, halfvrije boeren
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Machtige heren, halfvrije boeren
- In de tijd van Monniken en Ridders was er weer een Landbouwsamenleving in plaats van een landbouwstedelijke samenleving.
- Onzekerheid en onveiligheid, waardoor boeren zekerheid en bescherming zochten bij machtige heren.
- In ruil voor de bescherming verloren de boeren een deel van hun vrijheid en werden horigen.
Slide 3 - Diapositive
Het hofstelsel
- Horigen: halfvrije boeren die hoorden bij het gebied van de heer.
- Horigheid: de onvrijheid van de horigen.
- Domein: het gebied van een heer.
Slide 4 - Diapositive
Hofstelsel
Boeren
Slide 5 - Diapositive
Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Boeren
Slide 6 - Diapositive
Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
Boeren
Slide 7 - Diapositive
Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer (de heer)
De heer geeft
Bescherming
Landbouwgrond
Boeren
Slide 8 - Diapositive
Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Edelman
(de heer)
De heer geeft
Bescherming
Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
Deel van oogst
Herendiensten
Horigen
Slide 9 - Diapositive
De edelen
Eignaars van de grond, bestuurden het land, zorgden voor rechtspraak en voerden oorlog
Huis van de heer
Vaak niet meer dan een iets groter houten huis met een muur. Hierkonden de boeren schuilen bij een aanval.
Ophaalbrug
Kan gesloten worden bij een aanval
Gracht
Extra verdediging tijdens een aanval
Simpele huizen
Binnen de muren voor de belangrijkste mensen
Boomgaard
Ook binnen de muren werd voedsel verbouwd. Alle opbrengst hier was voor de heer
Boer buiten de muur
Er waren twee soorten boeren:
Vrije boeren: bezaten hun eigen grond
Horigen:hadden geen bezit en moesten werken voor de heer
Herendiensten
Horigen werden door de heer beschermd en gevoed, maar daar wilde de heer wel iets voor terug
De heer kon vragen om herendiensten
graan malen
druiven persen
vechten voor de heer
graan betalen
wegen onderhouden
gracht graven
Akker
Ook buiten de muren werd op het land gewerkt. Dit werd gedaan door de horigen.
Weiland
Buiten de muren lagen weilanden voor de dieren
Slide 10 - Diapositive
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Slide 11 - Diapositive
De organisatie van het domein
- Hof: woning van de eigenaar of de rentmeester (iemand die namens de eigenaar het domein beheert)
- Kerk, molen, bierbrouwerij, voorraadschuren.
- Een deel van het domein is voor de heer (vroonland), een deel van het domein is voor de horigen (hoeveland).
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Hofstelsel en leenstelsel / Feodale stelsel
- Hofstelsel: Het economische systeem met horigen op domeinen.
- Leenstelsel / Feodale stelsel: Het bestuurssysteem met leenheren en leenmannen.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Wat is het verschil tussen het hofstelsel en het leenstelsel / Feodale stelsel?
Slide 16 - Question ouverte
Plichten van de heer
1. De boeren op zijn land beschermen (door middel van legertjes).
2. De boeren laten landbouwen en veeteelt bedrijven.
Slide 17 - Diapositive
Rechten van de horigen
Op het domein:
1. Akkerbouw en veeteelt verrichten
2. Wonen
3. Gebruik maken van de weiden en bossen
Slide 18 - Diapositive
Plichten van de horigen
1. Belasting betalen: een deel van de oogst afstaan aan de heer.
2. Herendiensten verrichten: een deel van de tijd onbetaald werken voor de heer.
3. Ze mochten het domein niet zonder toestemming verlaten.
Slide 19 - Diapositive
Drie sociale groepen
In de middeleeuwen ontstond een standensamenleving.
Er waren drie standen:
De geestelijkheid (in dienst van de kerk) had privileges/heerlijke rechten
De adel (in dienst van het bestuur) had privileges/heerlijke rechten
De boeren (vrije boeren en horigen) kregen bescherming
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
De eerste stand:
Slide 22 - Diapositive
De tweede stand:
Slide 23 - Diapositive
De derde stand:
Slide 24 - Diapositive
3 sociale groepen
1. Geestelijken (zij die bidden)
2. Edelen (zij die vechten)
3. Boeren (zij die werken)
Slide 25 - Diapositive
Wat wordt hiermee bedoeld? Welke begrippen horen hierbij?
Slide 26 - Diapositive
Weinig handel
- In de tijd van monniken en ridders was er weinig handel.
- Domeinen waren autarkisch: zelfvoorzienend.
- Dorestad (Nederland) was een uitzondering.
Slide 27 - Diapositive
Nog een aantal belangrijke vragen
Slide 28 - Diapositive
Waardoor moesten de domeinen noodgedwongen autarkisch zijn?
Slide 29 - Diapositive
Wat zien we hier precies? Wie is de leenman? Wat ontvangt hij?
Slide 30 - Diapositive
Waarom kan het voor een leenheer gunstig zijn om een bisschop als leenman te benoemen?
Slide 31 - Question ouverte
Ga naar bladzijde 135 in je werkboek.
Opdracht 1A.
Wat is de goede volgorde?
Kijk goed naar de invul-tabel in je werkboek.
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Bladzijde 135 in je werkboek.
Opdracht 2A.
Leg in eigen woorden uit hoe Adalbero dacht over horigen.
Slide 34 - Diapositive
Bladzijde 135 in je werkboek.
Opdracht 2B
Bedenk of Adalbero voor of tegen horigheid was. Leg je antwoord uit.