chap1 les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Bienvenus !

Qu'est-ce qu'on va faire? 

(wat gaan we doen?)

- se présenter

- un cours de français

- début chapitre 1

- petite activité

- on continue avec chapitre 1

 

Tu t'appelles comment?

Je m'appelle .....

Il s'appelle comment?
Antwoord met een hele zin.

Noteer de hele zin.
Elle s'appelle comment?

Un cours de français

- terugblik vorige les/ woordjes overhoren 

- correction des devoirs/bespreken

- uitleg/ instructie/zelfstandig werken

- petite activité

- uitleg/instructie/zelfstandig werken

- wat heb je geleerd in de les/wat moet je maken of doen/hoe ga je dat doen?    - planning  in Magister bekijken!

Wat heb je elke les nodig?

* werkboek

* opgeladen iPad (eerst dicht)

* schrift voor aantekeningen

* markeerstift

* gekleurde pen voor nakijken

* koptelefoon/oortjes

* mobiel in de mobieltas

Afspraken voor de lessen Frans

• Zorg dat je je spullen voor elkaar hebt.
• Heb je eens iets niet in orde (hw niet af, boeken niet bij je, etc.) laat het me dan even weten. 
• Houd het leren van woordjes goed bij.
• Stel vragen, als je iets niet (zeker) weet!!!
• Houd zelf goed de planning bij. Mocht een les eens niet doorgaan of jij mist een les, blijf dan wel bij!

Chapitre 1   Les Tropiques, c'est chic!

Les tropiques, C'est chic!

C'est dans le sud de la France et dans le nord-est de l'Espagne,

Où?

Le chapitre se déroule au Pays Basque.

Quel est le titre?

Le titre du chapitre est 'Qui suis-je?'.

Quel est le but?

Le but du chapitre est se présenter en français.

Au travail

Regarde  

• texte A,  
• le titre 
  
• et l'introduction. 
  

Wat weet je al over de tekst/het gesprekje? Ga nu aan de slag met de opdracht 2, 4 en 6.

leesstrategie

1. Uit welke delen bestaat de tekst?
2. Wie zijn de hoofdpersonen?
3. Waar speelt het zich af?
4. Wat kun je dus verwachten?

adjectif possessif

• fiets    haar fiets = son vélo   de hare = le sien
• school   haar school = son école   de hare = la sienne

 zelf M ex 13, 14

c'est pratique

Le but du chapitre est se présenter.

Pour se présenter, on a besoin d'un adjectif possessif.

1. bijvoeglijk gebruikt
2. zelfstandig gebruikt

Tu as fini?

L bron A met de Franse uitspraak in je oortjes.

Pour finir

le titre du chapitre

Qui suis-je?

Le thème du chapitre est donc SE PRÉSENTER.

culture

Le chapitre se déroule au Pays Basque.

• la pelote, un sport typiquement basque.

Wat heb je geleerd?

1. kennismaking docent - lessen frans in V3 - document Magister.
2. woorden die te maken hebben met jezelf voorstellen.
   

huiswerk

1. L voc A met de F uitspraak erbij!?
2. L het bezvnw. Wat is het verschil tussen een zelfstandig en bijv bez.vnw
3. M ex 8 
   

Wat vond je van de les?

vocabulaire A

Thème du chapitre / Fil rouge: se présenter

Grammaire: pronom possessif (bloc C)

Grammaire: verbes (bloc I)

Décor / Culture: Pays Basque