GGZ Week 9 G1BOM

Depressie VS dementie 
Donderdag 27 januari G1BOM

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Depressie VS dementie 
Donderdag 27 januari G1BOM

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
Je kunt de kenmerken en verschillen tussen dementie en depressie benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les opzet 
  • Verdieping 1: dementie versus depressie
  • Voorbereiding G
1. Lees de literatuur en maak de opdrachten die horen bij deelopdracht A (zie de literatuurlijst). Herlees zo nodig ook de theorie over depressie die je in deelopdracht B hebt gelezen
2. Lees de casussen van Tineke Kruiswijk en Caroline de Jong (opnieuw) goed door en schrijf voor jezelf op wat volgens jou belangrijke aandachtspunten zijn voor de begeleiding die ze nodig hebben.



Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdieping 1: Verschil dementie en depressie

Ieder regiegroepje krijgt een flap-over.
Maak een evenrededige verdeling (Depressie, Dementie)
Pak de kenmerkenlijst van verdieping 1 erbij en noteer de kenmerken bij het juiste kopje.

Zorg dat jullie als groepje terug kunnen koppelen wat de verschillen en overeenkomsten zijn.



Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn uitlokkende factoren voor het ontstaan van een depressie?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitlokkende factoren depressie
Een biologische factor die een rol speelt wanneer je ouder bent, is invaliditeit of ziekte. Als je lijdt aan een van de volgende ziekten loop je een grotere kans een depressie te krijgen:

  • beroerte
  • hart- en vaatziekten
  • ziekte van Parkinson
  • diabetes
  • schildklier- en bijnierschorsafwijkingen

De depressie is dan direct het gevolg van de ziekte, maar ook het verlies van mogelijkheden en verandering van levensperspectief spelen mee.
  • Sociale factoren: overlijden van een partner, familielid, verhuizing naar een verzorgingshuis.
  • Psychische factoren; Persoonlijke eigenschappen bijv. het vermogen om problemen op te lossen, verdriet te verwerken en steun te vragen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klachten bij depressie?
Welke kun je benoemen....

Slide 7 - Carte mentale

Klachten bij depressie;
concentratieproblemen, vergeetachtigheid en besluiteloosheid
slaapproblemen: moeite met in slaap vallen of doorslapen, of moeilijk uit bed kunnen komen
lichamelijke klachten zoals verstopping, een droge mond, onverklaarbare pijn, duizeligheid, hartkloppingen, trillende handen, druk op de borst, en hoofd- en rugpijn
somberheid, lusteloosheid en prikkelbaarheid
denken aan zelfdoding
gebrek aan interesse en plezier,
sterke neiging tot piekeren
grote vermoeidheid
gebrek/toename aan eetlust en gewichtsverlies/gewichtstoename
traagheid in praten, denken en bewegen, of juist lichamelijk onrust
het gevoel van binnen dood of leeg te zijn
gevoelens van machteloosheid, wanhoop en angst
huilen zonder dat dit oplucht of graag willen huilen maar dit niet kunnen
schuldgevoelens/gevoel niets waard te zijn
nauwelijks of geen zin in seksueel contact

Depressie herkennen bij ouderen
  • stemming is eerder mat en gelaten (ipv extreme somberheid)
  • eerder lichamelijk zoals duizelig zijn, droge mond, pijn zonder duidelijke redenen, problemen met de stoelgang, druk op de borst, trillende handen en rugpijn.
  • Ook een minder goede verzorging van het uiterlijk of gebrek aan interesses kan duiden op een depressie.

Een depressie bij ouderen wordt vaak niet herkend. Dat komt omdat de klachten aan de leeftijd worden toegeschreven, maar ook omdat de depressie verschilt met die van jongere mensen met een depressie.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips....
Noteer voor jezelf 5 waardevolle tips die jij een zorgvrager met een depressie kunt adviseren.
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je doen als zorgverlener?
  • Overleg met de client en familie, benoem wat je waarneemt;
  • Overleg met collega's/arts;
  • Maak gebruik van observatielijsten bijv.  "psychosociale problemen bij ouderen"
  • Help de zorgvrager structuur aan te brengen in de dag
  • Kijk samen met de zorgvrager naar activiteiten waar hij/zij aan deel kan nemen.
  • Observeer en evalueer het effect van de ingezette acties.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dementie
Dementie: informatie wordt niet goed verwerkt
Er gaan zenuwcellen in de hersenen kapot
50 hersenziektes
1 op de 5, meer vrouwen
Denkstoornissen (=Cognitieve stoornissen)
Boven de 90 jaar = 40% een vorm van dementie 

  • Geheugenstoornissen
  • Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken met taal
  • Apraxie:  verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
  • Agnosie:  onvermogen om objecten te herkennen
  • Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen



Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dementie en depressie zijn twee verschillende aandoeningen.
Toch is het vaak moeilijk om dementie en depressie van elkaar te onderscheiden. Sommige symptomen lijken namelijk erg op elkaar, bijvoorbeeld:
  • Een oudere cliënt met een depressie kan net zoals een oudere cliënt met dementie vergeetachtig zijn.
  • Vertraging van gedrag en energieverlies kunnen bij beide aandoeningen voorkomen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Depressie wordt verward met dementie door:
  • vergeetachtigheid
  • de weg kwijtraken in een vreemde omgeving 

  • Dementerende en depressieve ouderen kunnen allebei last hebben van geheugen- en concentratieproblemen. 
  •  De desinteresse die bij een depressie hoort, kan ervoor zorgen dat iemand minder met zijn omgeving bezig is.                        Het lijkt alsof hij of zij niet meer weet welke dag het is of continu namen van bekenden vergeet of huishoudelijke klusjes in de soep laat lopen. Hierdoor denkt de omgeving, waaronder ook zorgverleners, soms onterecht dat iemand aan het dementeren is. Echter ontstaan deze klachten door een trage en geremde gedachtegang.
  • Depressie kan het eerste teken zijn dat een oudere zorgvrager gaat dementeren (Medisch contact: Toenemende depressie eerste teken dementie)

Een dementerende kan wel last hebben van een depressie.


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werken
Voorbereiding G
1. Lees de literatuur en maak de opdrachten die horen bij deelopdracht A (zie de literatuurlijst). Herlees zo nodig ook de theorie over depressie die je in deelopdracht B hebt gelezen
2. Lees de casussen van Tineke Kruiswijk en Caroline de Jong (opnieuw) goed door en schrijf voor jezelf op wat volgens jou belangrijke aandachtspunten zijn voor de begeleiding die ze nodig hebben.



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertel wat je hebt geleerd vandaag?

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions