Rekenles 2
1 / 28
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?
7,9
7,9
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 4 - Quiz
Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?
5,001
5,001
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 5 - Quiz
Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?
4,03
4,03
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Welk symbool hoort op de stippellijn?
1,7 ...... 7
1,7 ...... 7
A
>
B
<
C
=
D
≈
Slide 9 - Quiz
Welk symbool hoort op de stippellijn?
19,1 ...... 19,01
19,1 ...... 19,01
A
>
B
<
C
=
D
≈
Slide 10 - Quiz
Welk symbool hoort op de stippellijn?
5,210 ...... 5,21
5,210 ...... 5,21
A
>
B
<
C
=
D
≈
Slide 11 - Quiz
Welk symbool hoort op de stippellijn?
5,210 ...... 5,21
5,210 ...... 5,21
A
>
B
<
C
=
D
≈
Slide 12 - Quiz
Welk symbool hoort op de stippellijn?
3,33 ...... 3,333
3,33 ...... 3,333
A
>
B
<
C
=
D
≈
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Rond af op een heel getal.
7,23
7,23
Slide 15 - Question ouverte
Rond af op een heel getal.
7,23
7,23
Slide 16 - Question ouverte
Rond af op een heel getal.
25,71
25,71
Slide 17 - Question ouverte
Rond af op 1 decimaal.
7,754
7,754
Slide 18 - Question ouverte
Rond af op 1 decimaal.
20, 04
20, 04
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Slide 23 - Vidéo
Reken uit.
1,4 + 5,3 =
1,4 + 5,3 =
Slide 24 - Question ouverte
Reken uit.
23,01 + 5,1 =
23,01 + 5,1 =
Slide 25 - Question ouverte
Reken uit.
7,5 - 2,3
7,5 - 2,3
Slide 26 - Question ouverte
Reken uit.
12,75 - 5,3 =
12,75 - 5,3 =
