MHV: De aarde en ik week 6 M2A

• Wereldcampus
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Startklaar 1

Telefoon

• De leerlingen hebben hun telefoon thuis, in de kluis of in het Zakkie. 
• Wanneer de leerling toch de telefoon erbij pakt, volgt een eerste waarschuwing. 
• De leerling wordt in de gelegenheid gesteld zich te corrigeren en zijn/haar telefoon alsnog in het Zakkie te doen. 
• Wanneer een leerling geen Zakkie bij zich heeft, dan dient de leerling deze thuis op te halen of een nieuwe te kopen bij de balie (5 euro). 
• Wanneer een leerling weigert volgt de procedure van “eruit gestuurd”.  

Startklaar 2

De aarde en IK!  week 6

Lesplanning

- Afspraken (mentor)

- Terugblik eerdere lessen

- Lesdoelen

- Uitleg Eindopdracht
- Stap 1 Eindopdracht
- Stap 2 Eindopdracht
- Uitdelen lijst datagegevens (stap 3 en 4)
- Check

- Afsluiting

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Terugblik

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Terugblik SDG doelen

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Welke organisatie stelde SDG's
(duurzame ontwikkelingsdoelen) op?

1. Europese Unie a.
2. b. Wereldbank
3. Verenigde Naties c.
4. d. Shell

Wat zijn de hoofddoelen van alle
SDG's samen?

1. Meer militaire uitgaven en vrede op aarde
2. Geen armoede, minder ziekte en duurzaamheid
3. Geen armoede, minder ziekte en vrede
4. Vrede en duurzaamheid

Bij duurzaamheid moet er evenwicht zijn. Welke hoort NIET in de driehoek?

1. Kwaliteit van leven van mensen (welzijn)
2. Milieu
3. Economie
4. Politiek

Duurzaamheid

                                   Bij duurzaamheid is sprake van evenwicht: 

Wanneer de kwaliteit van leven voor mensen zo goed mogelijk is, 

zonder het milieu te schaden. 

Wanneer de economie groeit, zonder het milieu te schaden. 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Wat is een voorbeeldsituatie die wel duurzaam is?

1. Olieboringen door Shell
2. Slow fashion
3. Gasboringen in Groningen
4. Fast fashion

Hoe wordt in het aardbevingsgebied in Groningen de situatie verbeterd?

1. Met gratis OV en boodschappen
2. Met 3,5 miljard euro om het welzijn van mensen te verbeteren
3. Met 2 miljard euro om bossen te planten
4. Met een beloning voor het gasbedrijf

Wat zijn planetary boundaries?

1. Grenzen van de stad om het leefbaar te houden
2. Grenzen van de aarde om de aarde stabiel te houden
3. Grenzen van de aarde om de aarde af te breken
4. Grenzen voor de maximum snelheid

Wat is de ecologische voetafdruk?

1. De voetafdruk van ieder mens nadat ze zijn gaan wandelen
2. Hoeveel grond en zuurstof nodig is voor één persoon.
3. Hoeveel grond en water er nodig is voor één persoon.
4. Hoeveel water en zuurstof nodig is voor één persoon.

De ecologische voetafdruk van de Nederlander is gemiddeld...

1. 2 aardbollen
2. 2,8 aardbollen
3. 3,3 aardbollen
4. 4 aardbollen

Noem 2 maatregelen die je zelf kunt doen om jouw voetafdruk kleiner te maken

Wat is het broeikaseffect?

1. Gassen met een grote waarde
2. Gassen in kassen voor planten en bloemen
3. Gassen in de lucht die de aarde afkoelen
4. Gassen in de lucht die de aarde opwarmen

Een beetje broeikas is goed, want hoe koud zou het zonder broeikasgassen zijn?

1. 8 graden Celsius
2. 2 graden Celsius
3. -5 graden Celsius
4. -18 graden Celsius

Welke gevolgen heeft het versterkt broeikasgaseffect?

1. Vervuild regenwater
2. Klimaatverandering
3. Overstromingen
4. Alle antwoorden zijn juist.

Hoe ging het ????

- Makkelijke, lastige onderwerpen? 

- We hebben nog 4 weken: 
   klimaatscenario's, klimaatakkoorden
   & Eindopdracht en reflectieverslag

       Lesdoelen

Lesdoel:

- Jullie kennen de begrippen die in week 1 tot en met 5 zijn behandeld

- Jullie weten wat de eindopdracht inhoudt en kennen de 5 stappen van wetenschappelijk onderzoek

- Jullie kiezen een onderwerp en stellen een onderzoeksvraag en hypothese op.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Eindopdracht

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

Jullie gaan zelf onderzoek doen!   

Hoe dan?!?!?!? 

1)  Nadenken over het onderwerp
2) Bedenken van onderzoeksvraag en hypothese
3) Bedenken hoe je data gaat verzamelen ("meten")
4) Data/meetgegevens verzamelen en onderzoeken
5) Conclusies schrijven en vragen bij 2) beantwoorden.  

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

   1)  Nadenken over het onderwerp

Kies uit: 

- verbruik van gas
- verbruik van water
- verbruik van electriciteit 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

2) Bedenken van onderzoeksvraag en hypothese

Onderzoeksvraag: wat je wilt onderzoeken. Begint vaak met 
"Hoeveel"  of "Wat" 

voorbeeld: Hoeveel water verbruiken wij gemiddeld per dag?

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

2) Bedenken van onderzoeksvraag en hypothese

Hypothese: een verwachting of voorspelling in de toekomst over jouw onderzoek. Begint vaak met "Wanneer"  of "Als" 

voorbeeld: Wanneer ik korter douche, dan zal het waterverbruik
10% minder worden.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

  2) Bedenken van onderzoeksvraag en hypothese

"Hoeveel gas verbruiken wij gemiddeld          
per week?"

"Als we de verwarming lager zetten, zal het gasverbruik  afnemen met 10%"

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

                                               

1) Nadenken over een onderwerp
2) Bedenken van een onderzoeksvraag
3) Bedenken hoe je de onderzoeksvraag kunt meten en onderzoeken
4) Meetgegevens verzamelen en meetgegevens interpreteren
5) Conclusies nemen en onderzoeksvraag beantwoorden.   

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Opdracht

Jullie krijgen een blad om je onderzoeksgegevens in te vullen
(10 minuten in stilte, steek je hand op als je vragen hebt). 
- naam en klas
- onderwerp (verbruik van gas of verbruik van water of verbruik van electriciteit)
- onderzoeksvraag  (begint met Hoeveel.... of Wat....)
- hypothese  (begint met Wanneer... of Als....)

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

3) Bedenken hoe je data gaat verzamelen ("meten")

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

Jullie gaan zelf onderzoek doen!   

Hoe dan?!?!?!? 

1)  Nadenken over het onderwerp
2) Bedenken van onderzoeksvraag en hypothese
3) Bedenken hoe je data gaat verzamelen ("meten")
4) Data/meetgegevens verzamelen en onderzoeken
5) Conclusies schrijven en vragen bij 2) beantwoorden.  

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Stap 3 Eindopdracht

Jullie krijgen een lijst mee voor het verzamelen van data. 

Noteer thuis iedere dag de datum + de data, dus je meetgegevens. 

Bij energieverbruik noteer je elke dag de meterstanden. 

Bij productie van afval tel of weeg je aantallen. 

Houd de lijst goed bij en neem deze volgende week mee! Maak evt foto's!!

6. Actieve verwerking

Let op: de lijst is te vinden als bijlage in Lessonplan. Uitgeprint meegeven aan de leerlingen. 

Let op!!!!!

We noteren alleen 2 cijfers achter de komma 
(rood = achter de komma)
dus: 574,02

Vergeet niet de meeteenheid 

Huiswerkopdracht

Jullie krijgen een blad mee naar huis om je data (meetgegevens) in te vullen.

 
- ELKE DAG meterstanden invullen / afval tellen of wegen
   (tip: maak foto's dan heb je het ook op je mobiel)
- van zaterdag 15 feb tot en met donderdag 20 feb 
- lijstje MEENEMEN naar de volgende les. 

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

       Afsluiting        Lesdoelen

Lesdoel:

- De leerlingen kennen de begrippen die in week 1 tot en met 5 zijn behandeld

- De leerlingen weten wat de eindopdracht inhoudt en kennen de 5 stappen van wetenschappelijk onderzoek

- De leerlingen kiezen een onderwerp en stellen hun onderzoeksvraag en hypothese op

- Neem volgende les je meterstanden en werkboekje mee!

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

     Afsluiting:      Lesdoelen

Lesdoel:

- De leerlingen kunnen uitleggen wat de drie klimaatscenario's van de toekomst zijn

- De leerlingen kunnen uitleggen hoe de klimaatscenario's samenhangen met de technologische

vooruitgang, beleidsveranderingen, en klimaatverandering

- Neem volgende week je werkboekje mee!

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Exit ticket
Ga je nog terugdenken aan de klimaatscenario's?

whimsical.com