atlasvaardigheden

1 / 35
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Atlasvaardigheden
GB 54

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ziet jouw omgeving eruit? (+Opdracht)
timer
10:00
Maak een "Mental Map"

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4 soorten kaarten in een Atlas

1) Natuurkundige overzichtskaart


2) Staatkundige overzichtskaart


3) Thematische kaart


4) Topografische kaart 




Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurkundige overzichtskaart
Je ziet de natuurlijke kenmerken:

Hoogte en water (rivieren, zeeën en meren)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staatkundige overzichtskaart
Alle landen staan weergegeven met elk hun eigen kleur.

Een ander woord voor staat = land.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Topografische kaart
  • Is een overzichtskaart van een klein gebied. 
  • Wegen & verbindingen (infrastructuur), gebouwen, grondsoorten.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thematische kaart

  • Speciale kaart met één of meerdere thema's (onderwerpen)
  • Bijvoorbeeld: bevolkingsdichtheid, neerslag, klimaat, grondgebruik

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting: Soorten kaarten
Overzichtskaart: 
staatkundige overzichtskaart: vooral grenzen van landen.
natuurkundige overzichtskaart:
landschap
Thematische kaart 
één onderwerp
Topografische kaart:
klein gebied, veel details



Thematische kaart
Natuurkundige kaart
Staatkundige kaart
topogafische kaart

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebiedskenmerken
Fysische geografie
Sociale geografie
De natuurlijke omgeving (fysisch milieu) met kenmerken als klimaat, reliëf, grondsoorten en plantengroei.
Het ingerichte landschap met menselijke kenmerken als bebouwing, bodemgebruik, infrastructuur en bevolkingsspreiding.

Slide 10 - Diapositive

► Gebiedskenmerken kun je indelen in twee groepen.

● De natuurlijke omgeving (fysisch milieu) met kenmerken als klimaat, reliëf, grondsoorten en plantengroei.

● Het ingerichte landschap met menselijke kenmerken als bebouwing, bodemgebruik, infrastructuur en bevolkingsspreiding.

 Overzichtskaarten
Een gebied is een bepaald stuk van het aardoppervlak.

Een kaart is een verkleinde tekening van een gebied.

Op een overzichtskaart kun je de namen van steden, rivieren, zeeën en bergen zien.


Slide 11 - Diapositive

Een overzichtskaart geeft informatie over de ligging van steden, wateren, bergen, wegen en spoorlijnen en het bodemgebruik. Deze kaarten worden gebruikt om een eerste indruk te krijgen van een gebied (oriëntatie): een overzicht van ‘wat’ en ‘waar’ in een gebied. Er zijn verschillende soorten overzichtskaarten.
 Overzichtskaarten
Topografische kaarten

Ze laten zo precies mogelijk zien hoe het landschap eruitziet

Slide 12 - Diapositive

Topografische kaarten (figuur 1.10) zijn overzichtskaarten die over een klein gebied gaan.. Topografische kaarten gebruik je als je op lokaal of regionaal schaalniveau werkt. Ze laten zo precies mogelijk zien hoe het landschap eruitziet
Dit is een...
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De kaart hiernaast is een voorbeeld van een:
A
Plattegrond
B
Thematische Kaart
C
Staatkundige overzichtskaart
D
Natuurkundige overzichtskaart

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een:
A
Staatkundige Overzichtskaart
B
Thematische kaart
C
Topografische kaart
D
Natuurkundige overzichtskaart

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kaart zie je hier?
A
natuurkundige overzichtskaart
B
staatkundige overzichtskaart
C
thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor soort kaart is dit?
A
Natuurkundige overzichtskaart
B
Staatkundige overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Topografische kaart

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

 Overzichtskaarten
Staatkundige overzichtskaarten 

Laat vooral grenzen en hoofdsteden zien. Verschillende landen of provincies hebben een eigen kleur.  (spoor)wegen op.

Slide 19 - Diapositive

Op staatkundige overzichtskaarten staan grenzen en hoofdsteden. Verschillende landen of provincies hebben een eigen kleur. Soms staan er ook nog belangrijke rivieren en (spoor)wegen op.
 Overzichtskaarten
Navigatiekaarten

Zijn kaarten die worden gebruikt om de weg te wijzen of te vinden.

Slide 20 - Diapositive

Navigatiekaarten zijn kaarten die worden gebruikt om de weg te wijzen of te vinden. Ze zijn minder precies dan topografische kaarten, maar er staan meer namen op. Voorbeelden van navigatiekaarten zijn wegenkaarten, stadsplattegronden en zeekaarten.
Thematische kaarten
Thematische kaart: een kaart met een bepaald onderwerp.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten kaarten
Overzichtskaarten
-    Overzichtskaarten zoek je op via het namenregister of de bladwijzers.
-    Overzichtskaarten vertellen hoe het land wordt gebruikt
-    In de algemene legenda aan het begin van de atlas op de kaft, kan je vinden wat de kleuren op de overzichtskaart betekenen.
-    In de overzichtskaarten staat bij sommige bergen, dalen of diepten een getal met een + of een – ervoor (bijvoorbeeld de Himalaya +4800). Dit betekend dat de berg +4800 meter boven zeeniveau is of dat een zeekloof -2000 meter onder zeeniveau ligt
-    Er zijn twee soorten overzichtskaarten:

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.    Staatkundige overzichtskaarten: hierbij heeft ieder land (soms elke provincie) een eigen kleur.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.    Natuurkundige overzichtskaarten:
-    De kleuren op deze kaarten geven de landschapshoogte weer. Bovenaan de kaart staat een balkje met kleurtjes en getallen. ‘0’ betekend op zeeniveau (of N.A.P.). Alle kleuren die bij de min (-) staan zijn onder zeeniveau en alle die bij de plus (+) staan, zijn boven zeeniveau.
-    Om je te oriënteren staan landsgrenzen en sommige plaatsnamen aangegeven

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen kaartanalyse
Kaartlezen: alle informatie uit een kaart halen. legenda lezen. Waar ligt dit gebied? Wat geeft de kaart precies aan? Wat zegt deze kaart ?

Kaartanalyse: Verbanden/relaties en patronen herkennen. binnen een kaart of tussen twee kaarten. Voordat je een patroon kan zien, moet je eerst de kaart goed lezen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe pak je het aan?
stap 1: bekijk de titel van de kaart
stap 2: wat voor soort kaart is het?
stap 3: wat betekenen kleuren, icoontjes, lijnen grafieken etc. op de kaart? Lees de legenda! zorg dat je weer wat de kaart vertelt.
Stap 4: Zoek patronen en verbanden. wat komt overeen? Of wat zeggen deze kaarten van elkaar? heb je twee kaarten? herhaal stap 1 tot 3 bij de tweede kaart.
stap 5: vind het juiste verband of patroon.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kaart 1
Kaart 2

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kaart 1
kaart 2

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kaart 1
kaart 2

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kaartanalyse : presentatie
  • Zoek samen in tweetallen 3 verschillende verbanden/relaties tussen verschillende kaarten.
  • Vertel waarom je deze relaties ziet liggen. 
  • Vind je het lastig, denk aan verschillende onderwerpen die met elkaar te maken hebben.
  • Gebruik de Bosatlas en google (als je google gebruikt kopier de kaarten dan even in een word bestand) 
  • Gebruik steekwoorden voor je presentatie (1 minuut min. , 3 minuten max.)

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe pak je het aan?
stap 1: bekijk de titel van de kaart
stap 2: wat voor soort kaart is het?
stap 3: wat betekenen kleuren, icoontjes, lijnen grafieken etc. op de kaart? Lees de legenda! zorg dat je weer wat de kaart vertelt.
Stap 4: Zoek patronen en verbanden. wat komt overeen? heb je twee kaarten? herhaal stap 1 tot 3 bij de tweede kaart.
stap 5: vind het juiste verband of patroon.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
1:00

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen les 1
Aan het einde van deze les kan je:
  • 4 verschillende soorten kaarten benoemen 
staatkundige overzichtskaart, natuurkundige overzichtskaart, thematische kaart, topografische kaart.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen les 1
  • Uitleggen wat kaartanalyse is.
  • Alle informatie uit een kaart halen. legenda lezen. Waar ligt dit gebied? Wat geeft de kaart precies aan? Wat zegt deze kaart ?

  • Kan je kaarten analyseren, door patronen en relaties te leggen tussen twee kaarten.
  • Verbanden/relaties en patronen herkennen. binnen een kaart of tussen twee kaarten. voordat je een patroon kan zien. moet je eerst de kaart goed lezen.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions