Tweede wereldoorlog Quiz

De periode van 1918-1939 wordt ook wel het 'interbellum'. Wat betekent interbellum?
A
Na de oorlog
B
Tussen de oorlogen
C
Oorlogsvrij
D
Voor de oorlog
1 / 24
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

De periode van 1918-1939 wordt ook wel het 'interbellum'. Wat betekent interbellum?
A
Na de oorlog
B
Tussen de oorlogen
C
Oorlogsvrij
D
Voor de oorlog

Slide 1 - Quiz

Waarom ging het slecht met Duitsland na de Eerste Wereldoorlog?
A
Door het Verdrag van Versailles
B
Doordat ze nog in oorlog waren met Rusland
C
Door de economische crisis
D
Omdat er een staatsgreep was gepleegd

Slide 2 - Quiz

De economische crisis en het Verdag van Versailles waren een ....... van de populariteit van Hitler
A
Oorzaak
B
Gevolg
C
Aanleiding

Slide 3 - Quiz

De moord op de joden is een ............ van het antisemitisme in Duitsland
A
Oorzaak
B
Gevolg
C
Aanleiding

Slide 4 - Quiz

Hitler werd in 1933 benoemd tot ...... van Duitsland
A
Koning
B
Fuhrer
C
Rijkskanselier
D
Dictator

Slide 5 - Quiz

Sleep de gebeurtenissen naar de juiste plek. 
Je begint bij de gebeurtenis die het langst geleden is.
1
2
3
4
5
De Eerste Wereldoorlog eindigt met het Verdrag van Versailles 
De economische crisis breekt uit
Hitler voert de machtigingswet door en krijgt alleen de macht in Duitsland
Hitler wordt gekozen tot Rijkskanselier
De Rijksdag in Berlijn wordt in de brand gestoken

Slide 6 - Question de remorquage

Bij welk nazi idee past deze bron het best?
A
Een rijk, een leider
B
Nationalisme
C
Militarisme
D
Rassenleer / antisemitisme

Slide 7 - Quiz

Bij welk nazi idee past deze bron het best?
A
Een rijk, een leider
B
Nationalisme
C
Militarisme
D
Rassenleer / antisemitisme

Slide 8 - Quiz

Bij welk nazi idee past deze bron het best?
A
Een rijk, een leider
B
Nationalisme
C
Militarisme
D
Rassenleer / antisemitisme

Slide 9 - Quiz

Bij welk nazi idee past deze bron het best?
A
Een rijk, een leider
B
Nationalisme
C
Militarisme
D
Rassenleer / antisemitisme

Slide 10 - Quiz

Waardoor kon Hitler de machtigingswet doorvoeren?
A
Door het Verdrag van Versailles
B
Door de staatsgreep die hij gepleegd had
C
Doordat hij gekozen werd tot kanselier
D
Door de Rijksdagbrand

Slide 11 - Quiz

Wat hield de machtigingswet in?
A
Dat Hitler nu mocht regeren zonder parlement
B
Dat Hitler nu het hoofd was van de regering
C
Dat Hitler partijleider werd van de NSDAP
D
Dat Hitler hoofd van het leger werd

Slide 12 - Quiz

Bedoeld gevolg
Onbedoeld gevolg
Gevolg op korte termijn
Gevolg op lange termijn
Vindt plaats direct na een gebeurtenis
Is met opzet veroorzaakt
Is niet met opzet veroorzaakt
Is pas later na de gebeurtenis merkbaar

Slide 13 - Question de remorquage

Dat Hitler de machtigingswet kon doorvoeren was een ............ van de Rijksdagbrand
A
Bedoeld gevolg
B
Onbedoeld gevolg

Slide 14 - Quiz

der Anschluß
Conferentie van München
Lebensraum
Heim ins Reich
Molotov von Ribbentroppact
Een groot, Duits Rijk
Aansluiting van Oostenrijk bij Duitsland
Bijeenkomst waarbij Engeland en Frankrijk toestonden dat Hitler Sudetenland innam, op voorwaarde dat er vrede zou blijven in Europa.
Verdrag waarin Duitsland en de Sovjet-Unie elkaar beloofden om niet aan te vallen
Alle Duitsers moeten samen wonen in een groot rijk

Slide 15 - Question de remorquage

1933
1938 (1)
1938 (2)
1939 (1)
1939 (2)
1940
Duitsland valt Polen binnen
Conferentie van München
Anschluß
Hitler wordt rijkskanselier
Blitzkireg
Molotov von Ribbentroppact

Slide 16 - Question de remorquage


Waar staat de naam D-Day (tegenwoordig) voor?
A
Decision Day
B
Decisive Day
C
Difficult Day
D
Dark Day

Slide 17 - Quiz

Hoe wordt de overname van Oostenrijk genoemd?
A
Anschluss
B
Conferentie van Munchen
C
Oorlog
D
D-Day

Slide 18 - Quiz

Aanleiding Tweede Wereldoorlog in Europa.
A
Anschluss
B
Bezetting Sudetenland
C
Aanval op Tsjechië
D
Aanval op Polen

Slide 19 - Quiz


Welk land heeft nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog nooit bezet?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Polen

Slide 20 - Quiz

Waarmee wilde Hitler een Tweefrontenoorlog voorkomen?
A
Molotov von Ribbentroppact
B
Von Schlieffenplan
C
Operatie Barbarossa
D
Battle of Britain

Slide 21 - Quiz

Wat is het keerpunt in WOII voor Hitler, waarna hij de oorlog gaat verliezen?
A
Slag bij Arnhem
B
Slag om Engeland
C
Slag bij Stalingrad
D
Slag van Munchen.

Slide 22 - Quiz

Met welke reden gaat de VS meedoen aan WOII?
A
Onbeperkte Duikbotenoorlog
B
Pearl Harbor
C
Inval van Polen
D
Inval van België

Slide 23 - Quiz

3

Slide 24 - Vidéo