1.4 Verschillen in de wereld 1

Verschillen in de wereld
1.4
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Verschillen in de wereld
1.4

Slide 1 - Diapositive

1. Herhaling
2. Leervragen 1.4 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Diapositive

Met akkerbouw verbouw je....
A
Planten
B
Dieren
C
Geiten
D
Varkens

Slide 3 - Quiz

Revolutie
A
manier om aan voedsel te komen
B
eerste historische periode
C
geld dat je uitgeeft
D
een grote, belangrijke verandering

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de vijf basisbehoeften van een mens?

Slide 5 - Question ouverte

Als er veel welvaart is in een land, is ook de rijkdom groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Sleep naar de juiste plek
In rijke landen hebben mensen meer dan genoeg geld voor hun basisbehoeften.

In rijke landen is veel rijkdom of

In arme landen is veel

Deze mensen hebben niet genoeg geld voor hun
welvaart
basisbehoeften
armoede

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Drie groepen landen: koplopers - volgers - achterblijvers
Levensomstandigheden zijn altijd in ontwikkeling.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Nederland
Somalië
China
India
Australië
Ivoorkust

Slide 20 - Question de remorquage

Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Maken:
  • Opdracht 1 t/m 4 
  • Blz. 33 t/m 35 

Hoe?
  • In tweetallen of alleen
  • Zachtjes overleggen
  • Vraag? Steek je vinger op
Opdrachten nakijken



Hoe?
  • Klaar? Laat zien aan de leraar.
  • Haal een nakijkboekje op het OLC.
  • Verbeteren met een andere kleur pen.
  • Klaar? Laten zien aan de leraar.
timer
1:00
Goed zo! 
Jij verdient even tijd om iets leuks te doen!

Hoe?
  • Ga iets voor jezelf doen.
  • Doe dit zachtjes
  • Vraag? Steek je vinger op

Slide 21 - Diapositive