Ordening van planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Basisstof 4: planten

• Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren
• Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten 

Planning

• Herhaling en bespreken basisstof 3
•  Uitleg basisstof 4
• Aan de slag
• Opdrachten bespreken
• Afsluiting 

Huiswerk bespreken

Open je boek op bladzijde 194

Indeling van dieren wordt gedaan op symmetrie en het soort skelet.
Welke vorm van symmetrie hebben weekdieren?

1. Niet symmetrisch
2. Tweezijdig symmetrisch
3. Veelzijdig symmetrisch

Bij welke stam hoort een krab?

1. Weekdieren
2. Stekelhuidigen
3. Geleedpotigen
4. Gewervelden

Wat voor een skelet heeft een gewervelden?

1. Geen skelet
2. Inwendig skelet
3. Uitwendig skelet

Ordening van planten

Je kunt kenmerken  en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren

Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten

Wieren (algen), mossen en vaatplanten

Wieren

• Blauwgroene wieren
• Roodwieren
• Groenwieren
• Kranswieren 

Leven vooral in het water
Hebben geen wortels of stengels

Voortplanting via sporen of deling

Mossen

• Hauwmossen
• Bladmossen
• Levermossen

 Voortplanting via sporen uit sporendoosjes

Hebben geen bloemen

Vaatplanten

Vaatplanten hebben wortels, bladeren en stengels voor transport van water en voedingstoffen

Zijn op te delen in: zaadplanten en sporenplanten

Varens

• Varens zijn vaatplanten
• Varens planten zich voort met sporen. Het zijn dus ook sporenplanten
  
  
• Sporen zitten in sporenhoopjes

Zaadplanten

• Planten met bloemen, vruchten en zaden
  
  Voorbeelden zijn:
• Appelboom
• Madeliefje
• Roos
• Gras 
  

Planten zijn opgedeeld in 8 stammen. Deze stammen zijn op te delen in 3 groepen. Noem de 3 groepen

Mossen planten zich voort met:

1. Sporen in sporendoosjes
2. Sporen in sporenhoopjes
3. Bloemen
4. Celdeling

Alle vaatplanten zijn ook zaadplanten

Juist

Onjuist

Je komt een plant tegen die je niet kent. Naar welke kenmerken kijk je, om erachter te komen bij welke stam die hoort?

De plant heeft wortels, stengels en bladeren. Ook zitten er sporenhoopjes onder de bladeren. Wat voor plant is het?

1. Wier
2. Mos
3. Varen
4. Zaadplant

Aan de slag!

• Maak opdracht 1 tot en met 9
• Eerste 5 minuten stil zonder te overleggen
• Daarna mag je overleggen met je buur
• 10 minuten
• Klaar? Maak dan opdracht 9 en 10 van basisstof 3 

Afsluiting

Volgende les: morgen 2e uur
Huiswerk voor donderdag: opdracht 1 tot en met 9