Herhaling toetsstof werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Herhaling toetsstof werkwoordspelling

Klas 2, periode 1

Samengestelde of enkelvoudige zin?

LET OP

Een samengestelde zin is een zin met 2 of meer persoonsvormen. Vaak staat tussen de 2 delen een komma of een voegwoord (allebei kan ook), maar dat hoeft niet.

De jongen liep de trap op, ging zijn kamer in en pakte een boek.

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

Het meisje dat daar loopt, heet Aïsha.

1. Samengestelde zin
2. Enkelvoudige zin

Lisa kijkt heel graag samen met haar vader naar een voetbalwedstrijd.

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

Persoonsvorm of niet?

 Het is de werkwoordsvorm die hoort bij het onderwerp van de zin.

Als het onderwerp bijvoorbeeld een enkelvoud is, zoals hij, dan is de persoonsvorm dat ook: hij loopt. Is het onderwerp een meervoud, bijvoorbeeld wij, dan is de persoonsvorm dat ook: wij lopen. Loopt en lopen zijn persoonsvormen.

Wat is de PV? 'De huidige generatie jongeren is opgegroeid met de mobiele telefoon'

1. opgegroeid
2. is
3. De huidige generatie jongeren
4. mobiele telefoon

'De Olympische Spelen van 2024 zullen in Parijs worden gehouden.' Wat is de PV?

1. De Olympische Spelen van 2024
2. in Parijs
3. zullen
4. worden gehouden

Voltooid Deelwoord

Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-, maar kan ook beginnen met be-, -her, ver- of ont-. Met een voltooid deelwoord wordt aangegeven dat iets al gebeurd is.

't Ex Kofschip

Gebruik je bij VERLEDEN TIJD & bij VOLTOOID DEELWOORD

Wel in 't Ex Kofschip? = een t (ja, toch wel)

Niet in 't Ex Kofschip? = een d

(nee, dus niet)

Ik heb... (huilen)

1. gehuilt
2. gehuild

Billy had zijn vriendin door haar nieuwe kapsel niet... (herkennen)

1. herkent
2. herkend

Maud heeft gisteren haar proefwerk Nederlands... (herkansen)

1. herkanst
2. herkansd

Je kunt wel klagen, maar je hebt het je moeder gisteren echt... (beloven)

1. belooft
2. beloofd

Waarom beloofd en niet belooft?

De stam van een werkwoord vind je meestal door er -en af te halen. Dus: belov. Die gebruik je bij de regel van 't Ex Kofschip. De 'v' zit er niet in. Dus met een d op het eind. Net als de laatste letter een klinker is: gegroeid.

Eindelijk heeft Maya het onthouden en heeft ze ontzettend hard... (werken)

1. gewerkt
2. gewerkd

Die lieve woorden zeg ik niet zomaar, die zijn ... (bedoelen) om jou op te vrolijken.

1. bedoeld
2. bedoelt

Het is echt heel jammer dat mijn beste vriendin vorig jaar zo ver weg is... (verhuizen)

1. verhuist
2. verhuisd

VD als BN

Als het voltooid deelwoord gebruikt wordt als bijvoeglijk naamwoord, schrijf je het zo kort mogelijk. Is het de vergrote foto of de vergrootte foto? Het BN zegt iets over het ZN.

De ... (bevruchten) eicellen werden teruggeplaatst.

1. bevruchtte
2. bevruchte

Ik ben weg van onze opnieuw ... (bekleden) stoelen.

1. beklede
2. bekleedde

's Avonds (barsten)... het ... (verwachten) onweer los.

1. barsde, verwachte
2. barstte, verwachtte
3. barstte, verwachte
4. barstte, verwachtde

Hij wil morgen al gaan. Wat is een infinitief?

1. wil
2. hij
3. morgen
4. gaan

'Je zou het misschien niet verwachten, maar ze kan heel goed voetballen.'
Wat is een infinitief?

1. verwachten, voetballen
2. verwachten, kan, voetballen
3. zou, verwachten, kan, voetballen
4. zou, verwachten, voetballen

'Paul moet eigenlijk hard werken, maar hij is moe.' Wat is de infinitief?

1. werken, is
2. moet, werken, is
3. werken
4. moet, werken

'Joyce zou haar vader in de tuin willen helpen.' Wat is een infinitief?

1. zou, willen, helpen
2. willen, helpen
3. zou, willen
4. helpen

Onvoltooid deelwoord

Het onvoltooid deelwoord is een vorm van het werkwoord waarbij het nog niet voorbij of nog niet voltooid is (onvoltooid) en dus nog steeds aan de gang is. Het OVD wordt altijd gespeld als het hele werkwoord + d. Huilend verliet hij het huis.

Voegwoorden

Voegwoorden zijn woorden die zinnen (of woorden) 'aan elkaar voegen'. Voorbeelden van voegwoorden zijn: omdat, en, als, hoewel, want, maar, of, doordat & dus.

Hij ... (lachen, vt) (verontschuldigen, ovd)...

1. lachde, verontschuldigen
2. lachte, verontschuldigen
3. lachde, verontschuldigdend
4. lachte, verontschuldigend

Niets vermoedend verliet hij het huis. Wat is het OVD?

1. vermoedend
2. verliet
3. niets vermoedend
4. het huis

Doe de oefening

https://www.cambiumned.nl/werkwoordspelling/test-jezelf/