januari 2023/A2e twee pittige filmpjes over carnaval+modale hww (ott) en 2 filmpjes

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wiederholung Modalverben + wissen

De modale hulpwerkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.

können

mögen

müssen

sollen

wollen

wissen

dürfen

mogen, toestemming hebben 

weten

kunnen

aardig vinden

lusten

leuk vinden

willen

moeten 

( wil ander)

moeten 

( noodzaak)

moeten 

( mening vragen)

Die Straße ______ abgesperrt werden.
moet

_____ ich das sofort bezahlen?
Moet

Du ______ den Mund halten!
moet

_______ man hier rauchen?
Mag

Vervoeging Präsens Modalverben
Welke uitspraken zijn juist?

1. Alle werkwoorden van modaliteit hebben klankverandering in het enkelvoud.
2. Alle werkwoorden van modaliteit hebben geen uitgang bij ich en er/sie/es.
3. Alle werkwoorden van modaliteit zijn regelmatig in het meervoud.
4. Alle werkwoorden van modaliteit zijn hulpwerkwoorden.

Glaubt ihr, dass ihr teilnehmen _____?
kunnen

Kleine Kinder _______ gerne Schokolademilch.
lusten

______ du gerne Schokoladenmilch?
lust

Er ________ keine Freunde sehen.
mag

Ich ____ morgen gerne Tennis spielen.
willen

______ ihr morgen kommen?
kunnen

Stunde 2 Fasching

Die ‘fünfte Jahreszeit’, wie die Karnevalszeit gerne genannt wird, beginnt offiziell mit dem 11.11. Im Gegensatz zu den meisten anderen Festen trägt das Fest unmittelbar vor der Fastenzeit verschiedene Namen.

Woher kommt der Brauch?

Wir sehen uns gleich eine Video an über die Ursprung des Karnevals.

Beantworte folgende Fragen:

Wann wird Karneval/Fasching/ Fastzeit gefeiert?

Wer feiert? ?

( wanneer en wie)

Was ist die Fastnacht?

Woher kommt der Brauch? Betekent...

Waarom heet het Karneval, Fastnacht of Fasching?

Wat is de Fastnacht?

Wat betekent carnelevare?

Hoe lang duurt de vastentijd en waarom?

In welk gebied wordt carnaval vooral gevierd?

Voordat de vastentijd begint werd er niet alleen gefeest. Wat was ook belangrijk?

Wat gebeurt er 1823 in Keulen/Köln?

In welke twee steden, naast Keulen, wordt ook veel carnaval gevierd?

Wat deed men rond 1900 in het zuiden?

 Der Höhepunkt der Karnevalszeit ist der Karnevalsumzug am Rosenmontag mit vielen bunten Wagen und verkleideten Menschen.

In Köln feiern die Jecken Rosenmontag
Wat zijn Jecken?

1. de prins en de raad van 11.
2. carnavalsvierders
3. de toeschouwers

An den Umzug nehem etwa 11.000 Karnevalisten teil.
Vertaal Umzug

Ein Karnevalswagen nimmt Schulz und Merkel aufs Korn.
Wat betekent aufs Korn nehmen?

1. aandacht besteden aan
2. uitbeelden
3. onder schot nemen
4. bespotten

die Tanzgarden dürfen nicht fehlen.
Wat betekent dürfen nicht fehlen?

1. zijn niet met veel (dansers) aanwezig
2. kunnen niet veel.
3. mogen niet ontbreken.

Vertaal:
Die Zugstrecke ist etwa 7,5 km lang