Feiten, meningen en argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

23 november 2022

Nederlands

Mavo 3

Programma

• Stillezen in je boek
  
• Feiten, meningen en argumenten
• Oefenen met feit, mening en argument
• Stukje TBC
• Chromebooks: fragment Dwdd
  
• Vragen beantwoorden bij fragment
  

Feiten en meningen

Feiten zijn echt waar en kan je controleren.

Over feiten is geen discussie mogelijk.

Feiten zijn objectief.

Meningen gaan over wat iemand ergens van vindt.

Meningen geven een oordeel of gevoel weer.

Meningen zijn subjectief.

Feiten en meningen het verschil in het kort:

Feit
- Controleerbaar.

- Iets dat waar is.

- Je kunt opzoeken of controleren of het echt zo is.

Mening
- Persoonlijk.

- Iets waar je het wel of niet mee eens bent.

- Je kunt erover nadenken wat je er zelf van vindt.

Argumenten

Een mening is wat iemand van iets of iemand vindt. Om zijn mening goed duidelijk te maken en lezers over te halen of te overtuigen, gebruikt een schrijver argumenten. Dat zijn redenen waarom je iets vindt.

Voorbeeld: Tijdens de schooltijden moeten mobiele telefoons in de kluisjes worden opgeborgen (mening), want te veel leerlingen kunnen zich niet concentreren met hun mobiele telefoon in de buurt (argument).

Even oefenen

met feiten, meningen en argumenten

Sleep het feit of de mening naar het juiste vakje

Feit

Mening

Het is in ons lokaal nu 19 graden Celsius.

Ik vind het hier lekker warm.

Het is hier ijskoud!

Ik heb gewoon kippenvel!

Veel dunne mensen hebben mijns inziens een eetprobleem.

In het reglement staat: 'Ben je te laat, meld je dan bij de conciërge.'

Merijn leest nooit de boeken die zijn moeder uit de bibliotheek haalt.

Mark had precies een half uur nodig om zijn haar in model te brengen.

Ali vindt dat Gouda een grote stad is.

feit

feit

feit

mening

mening

Feit, mening of argument?

Hij praat heel snel.

1. feit
2. mening
3. argument

Feit, mening of argument?

Eindhoven telt 220.000 inwoners.

1. feit
2. mening
3. argument

Feit, mening of argument?

Koken is moeilijk.

1. feit
2. mening
3. argument

Feit, mening of argument?

Want je moet zoveel dingen tegelijk doen.

1. feit
2. mening
3. argument

Feit, mening, of argument?

Nederlandse les is saai.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Feit, mening of argument?

Omdat ik morgen naar de tandarts moet.

1. Feit
2. Mening
3. argument

Een ....... kan je controleren

1. feit
2. mening
3. argument

Telefoon weer in de telefoontas

Les 19 in je boek

We bekijken een fragment van Dwdd

Lees vooraf de vragen

Beantwoord tijdens en na het fragment

Chromebooks

Ga naar de digitale methode van Kern

(SOM, Leermiddelen, Nederlands, scrollen)

We kijken het fragment op het bord

daarna vragen maken op je chromebook:

LES 19

Maak de opdrachten van Les 19

l Leer ook de woordjes van Les 19 met Drillster