Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
b6 Aanpassingen bij Planten
Bladzijde 106
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we deze les doen?
Terugblik b5 Aanpassingen bij dieren
- Uitleg b6 Aanpassingen bij planten
- Zelf aan de slag met opdrachten
Slide 2 - Diapositive
Aan het eind van de les
Kun je uitleggen hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Aanpassingen bij planten! Wat hebben planten nodig om te overleven?
Slide 5 - Question ouverte
Blad met huidmondjes
onderaanzicht blad
dwarsdoorsnede blad
Slide 6 - Diapositive
Huidmondje
Slide 7 - Diapositive
Aanpassingen aan droogte
Slide 8 - Diapositive
Aangepast aan vochtige omgeving
Slide 9 - Diapositive
Aanpassingen aan licht
Slide 10 - Diapositive
Klimmende planten
Slide 11 - Diapositive
Overleven in de kou
Slide 12 - Diapositive
In een droog milieu moet een plant veel wortels hebben die diep de grond in gaan om bij water te komen.
In een vochtig milieu hoeft een plant niet veel wortels te hebben, ze komen nu al makkelijk aan genoeg water.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Droog
Vochtig
Welke plant hoort in welk millieu?
Slide 15 - Question de remorquage
In elke biotoop kom je planten tegen die er zich thuis voelen
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Hoe lang kan een roos van Jericho zonder water?
Slide 17 - Question ouverte
Noem drie dingen die planten nodig hebben om te groeien en te bloeien?
Slide 18 - Question ouverte
Door welke delen van het blad verlaat waterdamp de plant?
Slide 19 - Question ouverte
Noem een voordeel van het hebben van grote bladeren.
Slide 20 - Question ouverte
Doordat er een onderdruk in het blad ontstaat, zuigt de plant water aan
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quiz
Bij een tekort aan water zijn de huidmondjes open.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
Wat betekent de naam 'epifyt'?
Slide 23 - Question ouverte
Welk nadeel hebben epifyten?
Slide 24 - Question ouverte
Welk voordeel hebben mieren voor de epifyten?
Slide 25 - Question ouverte
Op welke manier liggen de huidmondjes van epifyten?
Slide 26 - Question ouverte
Wat zijn kenmerken van planten in een droog milieu?
A
Groot wortelstelsel, grote bladeren
B
Groot wortelstelsel, kleine bladeren
C
Klein wortelstelsel, grote bladeren
D
Klein wortelstelsel, grote bladeren
Slide 27 - Quiz
Hoe heet de druk van water op de celwand?
Slide 28 - Question ouverte
Als er geen turgor in de sluitcellen is, is het huidmondje open.
A
juist
B
onjuist
Slide 29 - Quiz
0
Slide 30 - Vidéo
Waaraan is de vleesetende plant aangepast?
Slide 31 - Question ouverte
Welke stoffen verteren de insecten in de vleesetende plant?
Slide 32 - Question ouverte
Slide 33 - Diapositive
Zelf aan de slag
Maken opdracht 1 t/m 7 van basisstof 6 blz 110
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Men beweert dat de evolutie van de pootlengte tot korte poten een aanpassing is aan de lage omgevingstemperatuur. Leg uit waardoor het Svalbard rendier hierdoor beter aangepast is aan lage omgevingstemperaturen dan het Noorse rendier.