2.1 Een aarde vol mensen
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is bevolkingsspreiding?
A
gem. aantal inwoners per vierkante meter
B
gem. aantal inwoners in een stad
C
gem. aantal inwoners per vierkante km
D
De manier waarop de bevolking is verdeeld over een gebied of land
Slide 2 - Quiz
Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Het aantal inwoners per vierkante kilometer.
B
De gemiddelde leeftijd van de bevolking.
C
Het aantal inwoners in een land.
D
De jaarlijkse bevolkingsgroei.
Slide 3 - Quiz
Wat is de bevolkingsspreiding?
A
Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer.
B
De verdeling van mensen over een land of gebied.
Slide 4 - Quiz
Bevolkingsdichtheid bereken je door:
A
Oppervlakte delen door aantal inwoners
B
Aantal inwoners delen door de oppervlakte
Slide 5 - Quiz
Wat is de formule voor het berekenen van de bevolkingsdichtheid?
A
aantal inwoners x oppervlakte van een land
B
aantal inwoners + oppervlakte van een land
C
aantal inwoners : oppervlakte van een land
D
oppervlakte van een land : aantal inwoners
Slide 6 - Quiz
Een land heeft een oppervlakte van 50.000 km2. Er wonen 150.000 mensen. Wat is de bevolkingsdichtheid? Rekenmachine gebruiken mag.
A
3
B
30
C
0,3
D
300
Slide 7 - Quiz
Een land heeft een oppervlakte van 10.000 km2. Er wonen 4.000.000 mensen.
Wat is de bevolkingsdichtheid? Rekenmachine gebruiken mag.
Wat is de bevolkingsdichtheid? Rekenmachine gebruiken mag.
A
0,025
B
4
C
40
D
400
Slide 8 - Quiz
De oppervlakte van een land is 250 km2 en gemiddeld wonen er 75.000 mensen. Bereken de bevolkingsdichtheid van dit land. Rekenmachine gebruiken mag.
A
3
B
30
C
300
D
0,3
Slide 9 - Quiz
Een land heeft 12.000.000 inwoners. Het totale oppervlak van het land is 30.000 vierkante kilometer. Wat is de bevolkingsdichtheid? Rekenmachine gebruiken mag.
A
4
B
40
C
400
D
0,4
Slide 10 - Quiz
In een bevolkingsgrafiek kun je leeftijd aflezen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Deze bevolkingsgrafiek is van een...
A
Arm land
B
Rijk land
Slide 12 - Quiz
In de bevolkingsgrafiek wordt het aantal vrouwen ........
A
Links aangegeven
B
Rechts aangegeven
Slide 13 - Quiz
Wat is immigratie?
A
Vertrekken uit een land
B
Vestigen in een land
Slide 14 - Quiz
Wat is sociale bevolkingsgroei?
A
Bevolkingsgroei door migratie
B
Bevolkingsgroei door geboorten
Slide 15 - Quiz
Wanneer is de sociale bevolkingsgroei positief?
A
Als er meer immigratie is dan emigratie
B
Als er meer emigratie is dan immigratie
