Herhaling LE 3 & 4

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is het belangrijkste kenmerk van effectief leiderschap?
A
Regelmatig evalueren
B
Doelgericht zijn
C
Delegeren
D
Gezag uitstralen

Slide 2 - Quiz

Welke stellingen over leiderschapsstijlen zijn juist?

I. Bij de laisser faire leiderschapsstijl hebben zowel de sportleider als de sporters inspraak en beslissingsbevoegdheden.

II. Bij de autoritaire leiderschapsstijl neemt de leider vrijwel alle beslissingen.


A
Beide zijn goed
B
I. is goed II. is fout
C
I. is fout II. is goed
D
Beide zijn fout

Slide 3 - Quiz

Welke leiderschapsstijl hoort bij een hoge taakgerichtheid en
lage relatiegerichtheid?
A
Opdragen
B
Verkopen
C
Participeren
D
Delegeren

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Welke leeftijd hoort bij het oude basischoolkind?
A
8 tot 12 jaar
B
9 tot 12 jaar
C
8 tot 10 jaar
D
9 tot 13 jaar

Slide 6 - Quiz

Welke leeftijd hoort bij de pubertijd?
A
10 tot 14 jaar
B
12 tot 16 jaar
C
10 tot 16 jaar
D
12 tot 18 jaar

Slide 7 - Quiz

Beoordeel de onderstaande beweringen:
I. Lichamelijke veranderingen tijdens de pubertijd treden bij meisjes eerder op dan bij jongens
II. De lichamelijke transformeerfase bij meisjes duurt in de pubertijd langer dan bij jongens
A
I. en II. zijn beide waar
B
I. is waar II. is niet waar
C
I. is niet waar II. is waar
D
I. en II. zijn beide niet waar

Slide 8 - Quiz

Het pijltje van deze groeicurve geeft de groeispurt aan van een
A
Jongen
B
Meisje

Slide 9 - Quiz

Groeispurt
Noem de 3 ontwikkelingen voor lichaamsbouw & lichaamssamenstelling die bij een puber zichtbaar zijn.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Welke belangrijke
lichamelijke verschillen
ontstaan er tussen j - m
in de pubertijd?

Slide 12 - Carte mentale

Remt agressie
Remt impulsief gedrag

Slide 13 - Diapositive

Welk gedrag is typisch bij pubers te herkennen omdat de PFC nog niet is ontwikkeld?
A
Seksuele voorkeur
B
Normoverschrijdend gedrag

Slide 14 - Quiz

In de pubertijd ontwikkelt het cognitieve vermogen sterk. Dat zien we vooral terug in het
A
korte termijn geheugen
B
lange termijn geheugen

Slide 15 - Quiz

Wat is peer pressure?
A
Als jij alcohol drinkt met je vrienden
B
Als jij een les moet geven bij je OMK docent
C
Als jij iets doet omdat je vrienden dat willen
D
Als het fruit thuis op is

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

De adolescent zit op zijn/haar top van ontwikkeling. Over welke ontwikkelingen hebben we het dan?
A
Spierkracht
B
Uithoudingsvermogen
C
Denkvermogen
D
Lichaamslengte

Slide 18 - Quiz

Een puber en adolescent maken een stofje later op de dag aan , dat er voor zorgt dat ze moeilijker kunnen slapen.
Hoe heet dat stofje, dat het lichaam zelf aan maakt?
A
Dicostramine
B
Hemoglobine
C
Terpentine
D
Melatonine

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Het vinden van een oplossing waar iedereen in de groep zich min of meer kan vinden, noemen we een...
A
Constructie
B
Meerderheidsbesluit
C
Contramine
D
Consensus

Slide 21 - Quiz

Gesprekstechnieken;
Waar staan de letters BOB voor?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Lesopdracht : Ga naar Drillster

Slide 25 - Diapositive





Oefen stap 4 t/m 8

Slide 26 - Diapositive