Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we vandaag doen?
- Uitleg mutaties bs 3
- Uitleg dominant en recessief bs 8 + oefenen
- Verder werken aan de weektaak
- Uitdelen werkboekjes!
Slide 1 - Diapositive
Gen: de plek waar de erfelijke informatie van een bepaalde eigenschap ligt
Allel: de invulling van die erfelijke informatie
BV: Gen voor haarvorm, allel is steil of krullend
Slide 2 - Diapositive
Waar denk je aan bij het woord mutatie?
Slide 3 - Carte mentale
Mutatie
Een mutatie is een plotselinge verandering in het DNA in één cel.
Als geslachtscellen muteren, kan de mutatie doorgegeven worden aan de nakomelingen.
De nakomeling heeft dan in alle lichaamscellen het gemuteerde allel.
Cel en DN
Slide 4 - Diapositive
Bij Inge treedt een mutatie op in een levercel. Krijgt de nakomeling van Inge deze mutatie ook?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Albinisme
Sommige mutaties zijn niet zichtbaar, en hebben geen gevolgen. Een organisme waarbij een mutatie zichtbaar is noemen we een mutant.
Bij een albino kan het lichaam geen melanine (pigment) vormen.
Cel en DN
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Mutagene invloeden
Een mutatie kan spontaan ontstaan bij de celdeling, maar er zijn invloeden die de kans op een mutatie verhogen
Asbest
UV-straling
Röntgenstraling en radioactieve straling
Sigarettenrook
Cel en DN
Slide 8 - Diapositive
Kanker
Kanker ontstaat door een mutatie aan een lichaamscel.
Deze cel deelt zich ongeremd, waardoor er een tumor ontstaat.
Een kwaadaardige tumor kan de weefsels aantasten en uitzaaien via het bloed naar andere delen van het lichaam.
Cel en DN
Slide 9 - Diapositive
Leerdoel Bs 8
Je kunt uitleggen wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief betekenen
Bv een bloem is homozygoot recessief voor bloemkleur wit
Bv een hond is heterozygoot voor vachtkleur
Slide 10 - Diapositive
Gen: de plek waar de erfelijke informatie van een bepaalde eigenschap ligt
Allel: de invulling van die erfelijke informatie
BV: Gen voor haarvorm, allel is steil of krullend
Slide 11 - Diapositive
Allelenpaar
Slide 12 - Diapositive
Homozygoot: gelijk allelenpaar
Heterozygoot: ongelijk allelenpaar
Slide 13 - Diapositive
Allelen geef je aan met letters
Gen: vachtkleur
Allel: zwart dominant --> A
Allel: rood recessief --> a
Dominant allel met een HOOFDLETTER
Recessief allel met een kleine letter
Slide 14 - Diapositive
Dominantie
Vaak is het zo dat één allel dominant is. Dit houdt in dat als een individu heterozygoot is, het dominante allel het fenotype volledig bepaalt.
Het andere allel wordt recessief genoemd.
Slide 15 - Diapositive
De zwarte stier is heterozygoot. Hoe zien zijn allelen voor vachtkleur er uit?
Slide 16 - Diapositive
Genotype rode Stier: aa
Genotype zwarte stier: Aa
Welk allel is dominant?
Slide 17 - Diapositive
Wat is het genotype van dame 3, die heterozygoot is voor de haarvorm?
A
aa
B
AA
C
Aa
Slide 18 - Quiz
Als de beide chromosomen van een paar dezelfde informatie bezitten, dan is de persoon ................. voor het gen.
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief
Slide 19 - Quiz
Als de informatie van een chromosomenpaar verschillende informatie bevatten van een gen, dan is de persoon ................. voor het gen.
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Dominant
D
Recessief
Slide 20 - Quiz
Bij iemand die heterozygoot is voor een gen zie je in het uiterlijk maar één allel terug. Het allel dat je wel ziet noem je .......1....., het allel dat je niet ziet is ......2.......
A
1=Dominant
2=Homozygoot
B
1=Recessief
2=Dominant
C
1=Dominant
2=Recessief
D
1=Homozygoot
2=Dominant
Slide 21 - Quiz
Een zwart cavia-mannetje wordt gekruist met een wit cavia-vrouwtje. Ze krijgen meer dan 20 nakomelingen die allemaal zwart zijn. Welk allel is dominant? Leg je antwoord uit.
Slide 22 - Question ouverte
Wat ga je nu doen?
Weektaak afmaken: Bs 1 + 2
Klaar? Bs 3 + 8 maken (weektaak voor volgende week)