Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Schaalvergroting
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Paragraaf 1.3
Van ruilen komt geen huilen
Slide 3 - Diapositive
Programma
Uitleg paragraaf 1.3
Opgaven paragraaf 1.3
Nabespreken opgaven
Slide 4 - Diapositive
Lesdoelen
Je kunt het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen
Je kunt uitleggen waarom bij indirecte ruil meer specialisatie en schaalvergroting mogelijk is
.. en wat dat betekent voor de arbeidsproductiviteit
Slide 5 - Diapositive
Wat is directe ruil?
A
Spullen/diensten voor spullen/diensten ruilen
B
Spullen/diensten voor een ruilmiddel ruilen
C
Spullen/ diensten voor geld ruilen
D
Zelfvoorzienend aan je spullen komen
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Wat is directeruil?
Als jij iets maakt wat je met iemand anders wil ruilen, naar wie moet je dan op zoek?
Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
die zelf ook iets heeft wat jij wil hebben (zodat je kan ruilen)
Slide 8 - Diapositive
Wat is indirecte ruil?
Naar wie moet je nu op zoek?
Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
Slide 9 - Diapositive
Wat is indirecte ruil?
Naar wie moet je nu op zoek?
Iemand die jouw product wil hebben, én ..?
die zelf ook iets heeft wat jij wil hebben (zodat je kan ruilen)
Dus bij indirecte ruil wordt ruilen makkelijker
Slide 10 - Diapositive
Wordt er bij indirecte ruil enkel gebruik gemaakt van geld (giraal/chartaal)?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quiz
3 nadelen directe ruil
Kost veel tijd en moeite
Weinig arbeidsverdeling/specialisatie
Schaalvergroting blijft beperkt
Slide 12 - Diapositive
Wat is specialisatie en schaalvergroting?
Specialisatie
Iemand doet waar hij of zij goed in is: arbeidsverdeling
Schaalvergroting
Je maakt meer van hetzelfde (je produceert op grotere schaal), gaat sneller/goedkoper dan bij verschillende dingen
Arbeidsproductiviteit?
Productie van een persoon in een bepaalde tijd
Slide 13 - Diapositive
Rens produceert 800 producten op zijn werkdag van 6u, Lisa produceert 1000 producten en heeft een werkdag van 8u. Wie heeft de hoogste arbeidsproductiviteit?
A
Lisa
B
Rens
Slide 14 - Quiz
Indirect ruilen, arbeidsverdeling en arbeidsproductiviteit stimuleren elkaar
Slide 15 - Diapositive
Jan wil max. 4 van zijn games ruilen tegen een paar sneakers. Thijs wil zijn sneakers ruilen tegen min. 2 games. Welke vorm van ruilen is dit?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 16 - Quiz
Jan wil max. 4 van zijn games ruilen tegen een paar sneakers. Thijs wil zijn sneakers ruilen tegen min. 2 games. Wie heeft het meeste voordeel bij de ruil?
A
Jan
B
Thijs
Slide 17 - Quiz
Opgaven paragraaf 1.3
Slide 18 - Diapositive
Nabespreken opgaven paragraaf 1.3
Slide 19 - Diapositive
Lesdoelen
Je kunt het verschil tussen directe en indirecte ruil uitleggen
Je kunt uitleggen waarom bij indirecte ruil meer specialisatie en schaalvergroting mogelijk is
.. en wat dat betekent voor de arbeidsproductiviteit
Je kunt de titel verklaren: "van ruilen komt geen huilen"