3.3 en 3.4 Horen en Proeven en Ruiken

Hoofdstuk 3     Waarnemen
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3     Waarnemen

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Lesdoelen Horen en Evenwicht
  • Verwondersessie over oren en horen
  • Workshopsessie, opdrachten §3.3
  • Lesdoelen Proeven en Ruiken
  • Verwondersessie zenuwcellen en proeven en ruiken
  • Workshop sessie oefentoets
  • (Communicatiesessie)

Slide 2 - Diapositive

                                 Terugblik:


Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik

Slide 3 - Diapositive

Hoe wordt het oog beschermd?
wenkbrauwen
Oogleden
Traanklieren
Wimpers
Houdt zweet tegen
Bescherming bij gevaar
Houdt oog vochtig
Houdt stof tegen

Slide 4 - Question de remorquage

Hoe heet het buitenste vlies van je oog, die je oog beschermt?
A
Harde oogvlies
B
Hoornvlies
C
Netvlies
D
Vaatvlies

Slide 5 - Quiz

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
het hoornvlies.
B
het netvlies
C
het vaatvlies
D
harde oogvlies

Slide 6 - Quiz

Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
de oogleden
B
de oogzenuw
C
de oogspieren

Slide 7 - Quiz

Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies ,netvlies
C
pupil, lens, hoornvlies, netvlies
D
netvlies, pupil, lens, hoornvlies

Slide 8 - Quiz

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
oogzenuw
lens
Hoornvlies

Slide 9 - Question de remorquage

§ 3.3     Horen en evenwicht

Slide 10 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • de anatomie (bouw) en de werking van oor benoemen
  • de functie van belangrijke delen van het gehoororgaan benoemen
  • de werking van het oor uitleggen
  • de werking van het evenwichtszintuig kunnen  uitleggen

Slide 11 - Diapositive

(H)oren
  1. Een geluidsprikkel wordt ontvangen door de oorschelp.
  2. deze geeft via de gehoorgang door aan het trommelvlies.
  3. het trommelvies geeft het door aan de gehoorbeentjes.
  4. Deze geven het via het ovale venster door aan de gehoorzintuigcellen in het oor.

 In het gehoorzintuig wordt de prikkel (geluid/trillingen) omgezet in een impuls.



Maar hoe wordt de impuls doorgegeven?
De oorschelp vangt het geluid op
De gehoorbeentjes, hamer, aambeeld, stijgbeugel geven de trilling door aan het ovale vlies
Het ovale vlies (venster) geeft de trilling door aan de vloeistof in het slakkenhuis
Het slakkenhuis bevat zintuigcellen (haartjes) die de trillingen omzetten in impulsen in verschillende frequenties (toonhoogten).
Die geven ze door aan de gehoorzenuw
De gehoorgang leidt de trilling naar het trommelvlies, dat mee gaat trillen
Oorsmeer en haartjes voorkomen dat vuil in het oor komt
Het trommelvlies geeft de trilling door aan de gehoorbeentjes
De gehoorzenuw geeft de informatie in de vorm van een impuls (stroompje) door aan de hersenen

Slide 12 - Diapositive

 trommelvlies => Slakkenhuis => gehoorzenuw => hersenen
Evenwichtszintuig
Gehoorzenuw

Slide 13 - Diapositive

gehoorgang
trommelvlies
gehoorbeentjes
evenwichtszintuig
slakkenhuis
buis van eustachius

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is de prikkel voor het oor?
A
een trilling
B
geluid
C
een stroompje
D
licht

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Geluidsgolven
volume of geluisterkte
golflengte
luchttrillingen
frequentie of toonhoogte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Geluid meten
  • het volume of de geluids-
    sterkte
    wordt bepaald door
    de amplitude en gemeten
    in decibel (dB). Een hoge
    golf is hard, een lage golf
    is zacht.
  • De toonhoogte of
    frequentie wordt bepaald
    door het aantal trillingen
    per seconde en gemeten
    in Hertz (Hz)
1 trilling

Slide 19 - Diapositive

Geluidsterkten
GELUIDSTERKTE

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Ik heb dit onderdeel begrepen en kan aan de slag
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Workshop-
sessie

Je maakt werkdoelen
van week 4:
3.3 opdracht 1 - 15 verplicht

de rest kun je gebruiken bij 
het leren.


timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

......en zintuigcellen......
Hoofdstuk 3.4    proeven en ruiken

Slide 24 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik:

  • de bouw van een zenuwcel
  • de bouw van een zenuwcel benoemen
  • de verschillende zenuwcellen benoemen
  • De werking van de tong en de neus uitleggen
X     de anatomie van neus en tong (niet in toets)
X       de functie van belangrijke delen van de tong en de neus benoemen

Slide 25 - Diapositive

Zenuwcel of neuron
dendrieten
Uitlopers van een zenuwcel. Zij ontvangen de impuls van de vorige zenuwcel of het zintuig.
axon
Axon is het middendeel van de zenuwcel, begeleidt de impuls van de ene naar de andere kant
synapsen
Uitlopers van een zenuwcel. Zij geven de impuls door naar de volgende zenuwcel.
myeline
Myeline houdt de impuls een beetje tegen, zodat het stroompje erover heen moet springen en daardoor sneller gaat.

Slide 26 - Diapositive


  • Sensorisch neuron (gevoelszenuwcel) zet de prikkel om in een impuls en vervoert de informatie naar het ruggenmerg





  • Schakelneuron (schakelcel) geeft
    informatie door aan de hersenen en
    eventueel terug aan een motorisch neur
    on



  • Motorisch neuron
    (bewegingszenuwcel)
    geeft de informatie door aan
    spierweefsel

Reflexboog
prikkel

Slide 27 - Diapositive

Als we het koud hebben kunnen spiertjes in de huid onze haren rechtop zetten

Slide 28 - Diapositive

Tong

Slide 29 - Diapositive

prikkel
Datgene uit de omgeving of uit je lijf waar het zintuig op reageert. Zintuigen reageren op een klein aantal prikkels (adequate prikkels).
In dit geval zijn dat geurstoffen.
impuls
Een soort stroompje dat de informatie over de prikkel via het zenuwstelsel naar de hersenen brengt
bewustworden
verwerking in de hersenen,
geeft soms weer een impuls voor een reactie.

Slide 30 - Question de remorquage

ORGAAN
PRIKKEL
Geluid
Licht
Geurstoffen
Smaakstoffen
Temperatuur, hoe iets voelt, pijn

Slide 31 - Question de remorquage

Neus
Tong

Slide 32 - Diapositive

Workshop-
sessie
  • Maak de oefentoets in
    Nectar


 
  • maak § 3.4 opdracht 1 - 15
als je klaar bent of om te
leren voor de toets
timer
45:00

Slide 33 - Diapositive

Communicatiesessie
Lesdoelen behaald?



Slide 34 - Diapositive

De vleermuis
Ken je ook een ander dier dat gebruik maakt van echolocatie?

Slide 35 - Diapositive

waar ligt het evenwichtszintuig in je gehoororgaan ?
A
naast het slakkenhuis
B
voor het trommelvlies
C
in de oorschelp
D
?

Slide 36 - Quiz

In de trommelholte bevinden zich drie gehoorbeentjes, wat zijn de drie gehoorbeentjes?
A
Hamer, stijgbeugel en evenwichtsorgaan
B
Stijgbeugel, aambeeld en evenwichtsorgaan
C
Hamer, aambeeld en slakkenhuis
D
Hamer, aambeeld en stijgbeugel

Slide 37 - Quiz

Het trommelvlies
A
Een vliesje in het oor dat geluid opvangt en doorgeeft.
B
Een vliesje dat harde geluiden buiten houdt.

Slide 38 - Quiz

Wat is waar?
secondes
A
frequentie meet je in Hz
B
frequentie is toonhoogte
C
geluidsterkte meet je in dB
D
geluidsterkte is volume

Slide 39 - Quiz

Binnen oor
Buiten oor
Midden oor

Slide 40 - Question de remorquage