Toets H 2 Formules

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2 Formules

De toets bestaat uit 12 vragen.

Vraag 2 en vraag 8 maak je op je proefwerkblaadje.

Je kunt 27 punten halen.

Succes!

Leerdoelen

Ik kan een assenstelsel tekenen met negatieve assen. 

Ik kan een tabel maken bij een formule. 

Ik kan een grafiek bij een formule tekenen. 

Ik kan formules anders schrijven. 

Ik kan een vergelijking oplossen. 

Jan gaat met een luchtballon een reisje maken. Met de formule :
20 - 6 x hoogte = temperatuur , kan hij de temperatuur op een bepaalde
hoogte berekenen. Hierbij is temperatuur in graden Celcius en de hoogte in kilometers.

(1p) 1. Bereken de temperatuur op 5 km hoogte. Schrijf je berekening op.

 (4 p) 2. Maak een grafiek bij de formule: 20 - 6 x hoogte = temperatuur. Gebruik hiervoor papier, potlood en geodriehoek. Neem de getallen van 0 - 6 langs de x-as (h).  Laat al je stappen zien. 

Zie de volgende slide.
(3p) 3. Welke formule hoort bij welke tabel?
Geef berekeningen bij je antwoord.

A: 2 x X - 3 = y

B: 10 - 2 x X = y

C: -3 + X = y

Formule en pijlenketting

Een kaars is 24 cm hoog. 

Elk branduur wordt de kaars 1,5 cm korter.

De hoogte van de kaars kun je berekenen met de formule

24 - 1,5 x a = h.

Hierbij is a het aantal branduren en h de hoogte van de kaars

in centimeters.

(1p) 4. Maak een pijlenketting bij de formule (zie vorige slide)

(2p) 5. Bereken de hoogte van de kaars na 6 uur branden. Laat je berekening zien.

(2p) 6. Na een tijd is de kaars nog 18 cm hoog.
Hoeveel uren heeft de kaars gebrand? Laat zien hoe je aan het antwoord komt.

(2p) 7. Bereken hoeveel branduren een nieuwe kaars heeft.
Laat de berekening zien.

(4p) 8. Maak bij elke formule de bijbehorende pijlenketting op je proefwerkblaadje

(2p) 9. Los de vergelijking op en laat zien hoe je dat doet.
a x 2,3 + 6 = 12,9

(2p) 10. Los de vergelijking op en laat zien hoe je dat doet.
54 – 6 x a = 36

(2p) 11. Los de vergelijking op en laat zien hoe je dat doet.
2200 + 44 x m =2860

(2p) 12. Los de vergelijking op en laat zien hoe je dat doet.
35 – 3 x a = -1

Dit is het einde van de toets.
Hoe is het gegaan?